Het schrijven verleerd

Ik heb nooit goed kunnen schrijven. Enigszins leesbaar schrijven met pen en papier bedoel ik, dat is altijd een probleem geweest. “Zo’n hanenpoten, gij moet dokter worden” zeiden leraren in een goede bui, of anders “Onleesbaar Goossens, begin maar opnieuw!” Toen ik een jaar of 10 was, vond m’n vader dat hij moest ingrijpen. Ik moest tijdens de grote vakantie dagelijks een tekst uit het jaarboek van de Getuigen van Jehovah overpennen op een A4’tje, het bijbelvers van de dag en behorende uitleg. Goed voor m’n geschrift en m’n geloof moet hij gedacht hebben, maar het heeft voor geen van de twee mogen baten. Rond m’n 16de verzaakten we aan De Waarheid en na m’n studietijd viel ik ook pen en papier langzaam maar zeker af, ten voordele van scherm en klavier waarmee ik toch zo hyper-efficiënt gedachten kan invoeren, bewaren en delen. Papier en vooral pennen, da’s m’n vader zijn hobby (hij verzamelt, repareert en ontwerpt zelf), dat heb ik allemaal toch niet meer nodig?
Tot ik, na vele jaren van bijna geheel-onthouding van pen en papier, enkele dagen geleden een vakantiekaartje naar m’n ouders schreef en daarbij de finesse en het geduld ontbeerde om ook maar iets leesbaar te schrijven.
Sorry Mama, sorry Papa. Als jullie het niet ontcijferd krijgen, dit staat er dus;

Veel te goed weer, veel te lekker eten, veel te snel terug naar huis. Perfect dus, niet?

En daaronder dan onze namen, natuurlijk. Elise, bijna 4, had haar naam zelf geschreven en die was beter leesbaar dan wat haar papa had gekrabbeld.

Ik ben een Radiohoofd

Ik zit godganse dagen op het internet en als er tussen computer en smartphone dan toch nog wat tijd voor media overblijft, pikken we selectief wat televisie-in-uitgesteld-relais mee. Dat was vroeger wel anders; ik verslond boeken, tijdschriften en kranten, kocht veel CD’s, ging regelmatig naar de cinema, schuimde festivals af … Maar daar blijft weinig van over en ik mis dat allemaal wel, maar prioriteiten zijn prioriteiten en het is wat het is nietwaar?
Eén liefde is echter gebleven; radio! Ik en mijn radio, we go a long way back; als kind luisterden we met m’n ouders naar “Die tijd van toen” of “Te bed of niet te bed”. Toen ik 11 was, hoorde ik met een transistor-radiootje (dat ooit van mijn moeder was) Lutgart Simoens van onder m’n hoofdkussen. Als 14-jarige speurde ik in spanning de FM-band af tussen 100 en 104 Mhz, op zoek naar illegale vrije radio’s. Toen ik 17 was hoopte ik zelf plaatjes te kunnen draaien bij een héél lokale radio, maar dat is er nooit van gekomen. En later, als twintiger, kocht ik een wereldontvanger om naar Spaanse of Marokkaanse  staatsradio te kunnen luisteren, of naar een verdwaalde Amerikaanse conservatieve talk-radio en als dertiger schuimde ik het internet af op zoek naar online radio, kicken op dat middengolf-gevoel van 16kbit/s streaming in Realplayer.
Nu, als veertiger, download ik podcasts, luister ik in uitgesteld relais naar Gilles Petersons WorldWide op StuBru, stem ik in WinAmp af op KCRW music, ga -afhankelijk van m’n stemming- slapen met “Jazz” op Klara of  “Select” op StuBru. En soms, als ik ‘s nachts niet kan slapen, dan gaat de lamp van de nachtradio nog eens branden en dan val ik in slaap met muziek van Neil Young, Tom Robinson (“Listen to the radio” vanzelfsprekend) of onlangs nog met deze vergeten parel van 10000 Maniacs;

10000 Maniacs & Natalie Merchant - Trouble Me - Live

Nee, hand-gekozen kwaliteitsmuziek van samenstellers en presentatoren met een passie voor de plaatjes die ze draaien, daar kunnen last.fm, Pandora of Spotify wat mij betreft echt niet mee concurreren. Ik ben immers een Radiohoofd.

Het Groen-complex

Groen zit sinds haar deelname aan de macht (nu ook alweer bijna 10 jaar geleden) in een weinig benijdenswaardige positie; zowat elk voorstel van de partij wordt onmiddelijk als onrealistisch of -als het een beetje tegenzit- bemoeiziek en dom van tafel geveegd. Het debacle rond de “downloadtax” is daar een goed voorbeeld van; een vaag artikel in de pers en direct afgeschoten op Facebook, Twitter en in de lezerscommentaren op de krantensites natuurlijk.

“Helemaal op hun kop gevallen”
“géén extra belastingen om weer eens een nutteloos instituut mee op te richten of overheidsschulden mee te delven”
“Een partijtje van niets die ons nog wat extra euro’s wil afhandig maken in deze tijd van crisis. Zou dat extra geld misschien moeten dienen om nog wat meer asielzoekers te kunnen regulariseren? Grrr…”

Of hoe een op zich niet onverdienstelijk voorstel (gewild of ongewild) totaal verkeerd wordt begrepen. Want waar gaat het eigenlijk over? Mensen downloaden illegaal en zullen dat ondanks een repressieve aanpak (sluiten van p2p-netwerken, vervolgen van downloaders, …) blijven doen, ook al denkt Frankrijk daar anders over. Het voorstel van Groen/ Ecolo vertrekt dan ook van een heel ander uitgangspunt;

  1. iedereen mag alles legaal downloaden dankzij een ‘uitgebreide collectieve licentie’
  2. die licentie wordt gefinancierd door de ISP’s die voor elk breedband-abonnement met hoge downloadlimiet maandelijks een aantal euro’s betalen aan de auteursrechtenorganisaties
  3. dat geld wordt verdeeld aan de hand van steekproeven van het downloadgedrag
  4. de maximumprijs voor die breedband-abonnementen wordt wettelijk vastgelegd (zoals dat ook bij bv. brood gebeurd) om te vermijden dat de ISP’s de licentiekost op hun klanten verhalen

Vanzelfsprekend is dit geen waterdicht voorstel, maar het is tenminste een frisse kijk op het probleem van illegale downloads en een “uitgebreide collectieve licentie” zou (zeker als dat op Europees niveau wordt vastgelegd) wel eens echt een goed idee kunnen zijn. Maar een eenzame uitzondering daar gelaten doet niemand zelfs maar de moeite om het voorstel correct te lezen.
Nee, Groen, dat zijn wereldvreemde bemoeials die ons, als ze konden, nog zouden willen laten betalen om te ademen Mijnheer! Ondanks een blijkbaar sterke ecologische betrokkenheid van “de Vlaming”, kunnen voorstellen van Groen op basis van hun imago (dat andere partijen overigens graag mee in stand houden) en door gebrekkige Groene communicatie (het artikel in HLN was maandagochtend nog heel vaag en op de sites van Freya Piryns en de partij zelf was er geen letter over te vinden, hemeltergend als het onderwerp “internet” is) nooit serieus genomen worden. Indien Groen ooit terug echt politiek relevant wil worden, dan zal ze echt wel anders moeten gaan communiceren.

Google Privacy Fail; Asa Dotzler is right

google_screamMozilla’s Asa Dotzler recently rocked the boat when telling readers to use Bing instead of Google because of a shortsighted statement on privacy by Eric Schmidt, Google’s CEO. The discussion that followed Asa’s blogpost was interesting on occasion, but harsh and even rude at times.
While we’re all Google fanboys one way or the other and while the idea of switching from “Do no Evil Google” to “Monopolist-Micro$oft” can be a little bit unnerving, there is in my opinion reason to be concerned with Schmidts’ quote. My main problem is with this claim;

If you have something that you don’t want anyone to know, maybe you shouldn’t be doing it in the first place.

I don’t know about you, but to me Schmidt seems to imply that if I require privacy, that must mean that I have something to hide which is at least unpleasant and probably even outright illegal. If one accepts this premise, requiring (or enforcing, by means of encryption or anonymizers) privacy in itself is an indication of guilt?
Given that Google has too much data about me (being the avid Google-user I am) and given the flawed reasoning of Google’s CEO regarding respect for my privacy, I cannot but agree with Asa Dotzler. It is time to rethink my use of Google applications, although I’m not switching to Microsoft alternatives just yet. The general idea is simple: stop putting all my eggs in one basket, instead fragmenting my information across multiple independent organizations, hoping that privacy-breaching data-mining will be a bit less efficient that way.
scroogle: how it worksI’m still looking into alternatives for most Google web applications (Serge is right off course; “with microsoft it’s easy, you can switch to apple or linux – the problem with google is that their stuff just works“), but for search I’ve decided to switch to scroogle.org. Scroogle is a not-for-profit secure (as in https) cookie-less search that uses Google (the irony). The site is operated by Daniel Brandt, the almost anonymous weirdo who’s also behind google-watch and wikipedia-watch.
To make sure my Google-friendly browser doesn’t accidentally direct me to Google search, I changed the following things in Firefox:

  • On my “bookmarks toolbar” replace the Google bookmark with a Scroogle one
  • Add Scroogle SSL” from the Mycroft search engine plugin site and move it to the top of the “search engines” list
  • And finally to make sure searches from the “awesome bar” don’t direct me to Google either, in about:config I changed the value of “keyword.URL” into “https://ssl.scroogle.org/cgi-bin/nbbwssl.cgi?q=”

So what Google property should I replace next and more importantly, what with? Any suggestions? 🙂

My blog laughs in your Facebook

keuzestress op het webGisteren bij Peter Decroubele lekker ouderwets gereageerd op zijn tekst over hoe blogs aan populariteit lijken in te boeten ten voordele van Facebook en Twitter. En Peter linkt daarbij ook lekker ouderwets door een blogpost van Bruno Peeters over hetzelfde onderwerp. Al dat bloggrn, linken en reageren ondergraaft mijn hieronder hernomen (en lichtjes geredigeerde) reactie misschien enigszins, maar uitzondering en regel en diens meer zeker?

Met de opkomst van Facebook en Twitter is het belang van blogging als sociale netwerktool sterk verminderd. Statusberichtjes tussen de soep en de patatten laten zich nu eenmaal makkelijker schrijven dan regelmatige, min of meer vlot leesbare blogposts.
Ook het aantal reacties (en trackbacks en linken) lijkt overigens af te nemen, ten voordele van eenvoudiger (short-)URL’s, retweets, twitter-replies, facebook-comments en andere “vind ik leuk”-s. Blogs volgen, erop reageren en andere comments tracken is door het decentrale karakter van weblogs en door de beperkingen van feedreaders immers veel minder makkelijk. Ik krijg op Facebook dan ook gemiddeld meer respons op mijn daar automatisch geïmporteerde schrijfsels dan op m’n blog zelf (alhoewel dat ook van het onderwerp afhangt).
Dat alles betekent volgens mij overigens helemaal niet dat bloggen zal verdwijnen. maar ik denk dat het wel (terug?) meer maxi-dagboek en mini-journalistiek zal worden, zonder de “social” hype en zonder het incrowd-sfeertje (dat op Twitter een nieuwe thuis heeft gevonden). En al bij al is dat misschien toch niet zo’n slechte evolutie?

Surfen en duiken met vader Piccard

Surfen is al muisklikkend leren. Gisterenavond bijvoorbeeld, las ik op deredactie.be over de onderwaterrobot Nereus die in de 11km diepe Mariana-kloof dook en dat de bemande Trieste daar in 1960 al tot diezelfde diepte afdaalde. Leergierig gooide ik “Trieste” in de Wikipedia search en las  daar dat die Italiaanse bathyscaaf begin jaren ’50 werd ontworpen door de Zwitser Auguste Piccard (die van 1922 tot 1954 Professor Fysica aan de ULB was). Nadat de Amerikaanse marine in 1958 eigenaar van de diepzee-duikboot was geworden, daalde zoon Jacques Piccard in 1960 inderdaad mee af in die Mariana-kloof. En terwijl ik de pagina verder scan (lezen is zo passé), zie ik deze tekening:
de trieste op wikipedia, klik door voor de svg-versie

Die ken ik ergens van! Suske en Wiske! Ik Google nog een beetje en inderdaad, in “De IJzeren Schelvis” stond een dwarsdoorsnede van de gelijknamige bathyscaaf van Professor Barabas;

de ijzeren schelvis

Nog wat rond klikken op Wikipedia en zoeken in het fantastische Time-archief en het wordt duidelijk waar Willy Vandersteen z’n inspiratie voor de duik-wedstrijd tussen “De IJzeren Schelvis” en de “Barracuda” vandaan haalde. In 1954, het jaar van publicatie van “De IJzeren Schelvis” in De Standaard, waren de Franse marine en het Italiaanse Trieste-team rond vader en zoon Piccard verwikkeld in een wedloop  om het diepzee-duikrecord op te eisen. De Franse bathyscaaf was overigens een gewijzigde versie van de eveneens door Piccard ontworpen Belgische FNRS II (FNRS was de naam van geldschieter “Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek” dat ook Piccards’ stratosfeer-ballon financierde).
Professor Barabas’ Schelvis was, getuige de tekening hierboven, een geduchte concurrent voor de FRNS III en de Trieste; 4000 meter was maar een fractie minder dan de recorddiepte die de Franse bathyscaaf in maart 1954 bereikte. Maar in tegenstelling tot Auguste en Jacques Piccard, zijn Suske en Wiske en Professor Barabas de daaropvolgende jaren niet meer teruggegaan. Maar eenmaal je de parels van het geluk in Alanta hebt gevonden, is er niet veel reden om nog terug te gaan, toch?

Facebook voor lamzakken (en het gevaar van twitterish)

ik importeer in facebookIk ben liever lui dan sociaal, zelfs op Facebook. Ik laat de software dus mijn werk doen; de feeds van mijn blogposts, mijn Google Reader shared items en mijn YouTube uploads en favorites worden geïmporteerd en verschijnen zo automatisch op mijn ‘prikbord’ en -als Facebook het correct doet tenminste- in de ‘stroom’ op de homepage van mijn virtuele vrienden (*). Dezelfde feeds worden overigens ook op de lifestream-pagina op mijn blog en op mybloglog geaggregeerd.

Twitteraars (nee, ik ben nog steeds niet mee) synchroniseren hun kortspraak met een Facebook-applicaties van Twitter zelf. Nu is die twittersphere een raar wereldje, waar ingewijden in hoog tempo tweeten en daarbij ook nog eens een heel eigen taaltje spreken. Want wat te denken als je op Facebook dit voorbij ziet komen;

RT @ubertwit: om 18h twunch met @twitaholic en @tweeter in #pizzahut gent, reply @twunch als je er ook zal zijn

Voor twitteraars een duidelijke boodschap (vertaling beschikbaar bij je twitterende buurjongen), maar als deze tweet volautomatisch in de context van Facebook wordt gegooid, is dit “utter gibberish” waar je FB-friends niets aan hebben. Nee, dan is de “Selective Twitter update”-applicatie een veel beter alternatief; enkel tweets waarin #fb voorkomt worden daarmee geïmporteerd. Ik zou mijn Twitterende Facebook-vrienden dan ook vriendelijk willen vragen om een beetje selectief te zijn met wat ze op Facebook gooien. Uw context is de mijne immers niet!


(*) Hoe je zelf moet importeren in Facebook? In je profiel op de ‘settings’-knop onder het status-update venster klikken en je zou iets moeten zien dat op het screenshot hierboven lijkt.

deredactie.be doet full monty in de feed; applaus!

De nieuwe versie van deredactie.be is een grote stap vooruit. Niet zozeer omwille van wat ge wel, maar eerder om wat ge niet -direct- ziet; ze hebben hun inhoud bevrijd. De atom-feeds lijken nu immers de volledige artikels te bevatten. Ge kunt niet zeggen dat ze stil blijven staan, daar aan de Reyerslaan! Applaus!

Het probleem met Encyclopedia Britannica (en Wikipedia?)

Nostalgie; de kleine larousse. Wie verkoop dat nu?Sinds april vorig jaar heb ik als “regelmatig publicist” gratis toegang tot de Encyclopedia Britannica. Ik vond dat toen fantastisch; encyclopedieën hebben iets magisch, zelfs als ze online staan. Maar die euforie dateert alweer van een jaar geleden en nu blijkt dat ik de encyclopedie der encyclopedieën eigenlijk amper gebruikt heb. Dat ligt niet aan de RIA-achtige interface of aan het feit dat de content eerder onhandig wordt ontsloten. Nee, ik blijf stelselmatig naar het “minderwaardige” Wikipedia surfen omdat ik daar méér informatie vind over méér onderwerpen.
Precies daarom begrijp ik niet goed waarom bepaalde krachten in de Wikipedia-gemeenschap denken dat ze met EB moeten concurreren door

artikels op Wikipedia verwijderen […] uit de één of andere overtuiging dat enkel het meest relevante van het meest relevante daarop moet komen, en dat alleen boeken, kranten en tijdschriften geldige bronnen van objectieve informatie zijn.

Lang leve het Wikipedia-inclusionisme! Dat gezegd zijnde ga ik nu mijn gratis abonnement op EB verlengen.

Browserless twaddle; Facebook plugin for Pidgin

If you’re using Facebook, you’ve probably already tried out its chat functionality. Yet another browser-based chat, only available when on Facebook, right? Except there’s this great plugin for the open source, cross-platform, multi-protocol IM-client that is Pidgin. Just add Pidgin-facebookchat to your plugins and you can chat with Facebook-friends the same way you chat with all your Google Talk-, MSN- or AIM-buddies. Nice work guys!

facebook pidgin plugin screenshots

And for the Twitter-loving Pidgin-users; maybe this Twitter-plugin works for you?