I Am A Cyclist, And I Am Here To Fuck You Up

I Am A Cyclist, And I Am Here To Fuck You Up

It is morning. You are slow-rolling off the exit ramp, nearing the end of the long-ass commute from your suburban enclave. You have seen the rise of the city grow larger and larger in your windshield as you crawled through sixteen miles of bumper-to-bumper traffic. You foolishly believed that, now that you are in the city, your hellish morning drive is coming to an end.
Just then! I emerge from nowhere to whirr past you at twenty-two fucking miles per hour, passing twelve carlengths to the stoplight that has kept you prisoner for three cycles of green-yellow-red. The second the light says go, I am GOING, flying, leaving your sensible, American, normal vehicle in my dust.

Vouwfiets-dilemma’s 2015

Na 5 jaar vouwfietsen, naar schatting 23.000 km en 3 nieuwe stuurscharnieren (!) heb ik mijn Dahon Vitesse D7HG dan toch vervangen. Ik heb getwijfeld of ik dan toch voor Brompton zou gaan, maar zelfs het basismodel kost bijna dubbel zoveel en rekening houdend met de opties die ik zou moeten bijbetalen, mijn fietskilometers, het terrein (Brussel is veeleisend voor fiets en berijder) en mijn … slijtige rijstijl, zie ik me die extra investering daar absoluut niet uithalen.
Oud (2010) en nieuw (2015) nog even samen
Een nieuwe Dahon Vitesse D7HG dus (en ja, opnieuw met die Shimano Nexus 7-speed internal hub, wie zou er nu om god nog met een derailleur willen rondrijden?), maar daar stopte het twijfelen niet; meer dan 20% goedkoper (!) online kopen, of voor de fietsenmaker om de hoek kiezen. Het is de fietsenmaker geworden; voor reparaties onder garantie (stuurscharnieren, bijvoorbeeld) moet je bij de online winkel de fiets opsturen en ben je hem al gauw enkele weken kwijt. En voor gewone reparaties ben ik daar de afgelopen 5 jaar (en daarvoor, met mijn andere fietsen) ondanks de drukte altijd snel, goed en goedkoop geholpen. Nee, die 20% investering in de beste service-na-verkoop (en in de lokale economie), die haal ik er dan wel weer uit.

Bijna met een zwaailicht op het hoofd

Na 5 jaar en 1 serieus ongeluk mijn fietsmuts op rust gesteld. De oude was versleten, mijn vrouwtje heeft het geld op de online toonbank neergeteld;
abus scraper, the orange version
De Abus Scraper, zoals gezien bij een collega in het fel orange. Ge kunt immers niet genoeg opvallen op de fiets. De pasvorm is veel beter dan die van m’n oude Giro Flak overigens.

M’n Dahon vouwfietst nu nog steviger

Stelt dat ge een dik jaar geleden een goeie vouwfiets kocht. Een Dahon Vitesse D7HG bijvoorbeeld. En dat ge daar dagelijks mee door een grote stad dendert, Brussel of zo. Zonder gêne, zonder U in te houden. En dat dan op een goeie dag, minder dan een jaar na aankoop, een nip van het stuur-scharnier afbreekt. Dat scharnier wordt vanzelfsprekend gratis vervangen, de fiets is nog in garantie. Maar een goede 3 maand later …

Wel, dan zijt ge blij dat ge een goeie fietsenmaker hebt die niet alleen opnieuw de garantiekaart maar ook z’n conclusies trekt en daarom een ander type scharnier steekt. Eentje dat verdacht veel lijkt op wat er op uw Vero vouwfiets zat, waar ge nooit scharnier-problemen mee hebt gehad:

Geef ons Volkswapens?

Paul Beliën zal ongetwijfeld achter deze amper verholen oproep tot zelfverdedigings-geweld staan, maar ik vind deze reclame voor de nieuwe Volkswagen Tiguan nogal … zum kotzen:

En wat zouden de “ventielterroristen” van Les Flagadas er van vinden dat de slogan quasi letterlijk uit een oud Humo-interview met enkele van hun activisten lijkt te komen:

De 4×4, dat is een uiting van pure arrogantie. Zo van: ‘De stad is een jungle, hier kom ik met mijn tank, allemaal opzij.’ Wij willen dat de stad aan de mensen wordt teruggeven.

Heulen met de vijand

Afgelopen zaterdag werd in “Interne keuken” op Radio1 de eeuwige discussie over auto versus minder auto nog eens opgerakeld. Niet dat ik geluisterd heb, ik was op dat moment mijn fietsketting aan het smeren of zo, maar deze tweet van ex-collega Jeroen Fossaert raasde wel voorbij in m’n Facebook-stream;

Radio 1 over ‘mijn auto mijn vrijheid’. Discussie nonsens zolang bvb BRU – Diegem sneller per wagen dan trein. (cc @filletk )

Zo’n uit z’n verband gerukte stelling zet me aan het denken natuurlijk. Bedoelt Jeroen dat het simpele feit, dat de auto op die route sneller is, elke discussie over minder auto dan ècht volledig overbodig maakt?
Maar de tijd van m’n grote gelijk heb ik enkele verjaardagen geleden al achter me gelaten en terwijl ik de druk in de banden van m’n vouwfiets nog eens controleerde, bedacht ik dat auto-liefhebbers eigenlijk de grootste pleitbezorgers van het openbaar vervoer zouden moeten zijn. Want meer pendelaars op de trein, dat is minder file voor de Jeroenen. Omgekeerd zouden treinreizigers dan kunnen ijveren voor meer auto; meer plaats om de benen te strekken en minder hoge piekuur-belasting van materieel en netwerk en dus minder vertragings-ellende.
Als iedereen zo pleitbezorger wordt voor “de andere”, zullen de wetten van vraag en aanhod op basis van al dat egoïstisch altruïsme de weegschaal in een quasi goddelijk evenwicht brengen! Of misschien verandert er zo weinig of niets, maar we nemen het dan wel voor elkaar op en dan hebben we ten minste dat warme gevoel van verbondenheid. Liefde is heulen met de vijand!
(voor wie het zich afvraagt; de treinrit Brussel (Noord) naar Diegem duurt 11 minuten)

Afscheid van m’n Vero

M’n Vero en ik, we gaan uit elkaar. We waren 2,5 jaar lang onafscheidelijk, maar ze vindt me de laatste tijd te veeleisend. Ik wil inderdaad vooruit en dan trek, sleur en duw ik haar tot ze mee wilt. Daar heeft ze het moeilijk mee en sinds ik haar een paar maand geleden zowat mishandelde, is het nooit meer écht goed gekomen. Dus het is beter voor ons alletwee, ik ruil haar in voor een nieuw model; sneller, jonger, steviger! M’n Vero heeft overigens ook al iemand anders, daar heb ik zelf voor gezorgd, want ik wil dat ze goed terechtkomt! Maar mijn nieuwste verovering is wel familie; m’n Vero liep er misschien niet mee te koop, maar ze was eigenlijk een Dahon en dat is m’n nieuwe vouwfiets dus ook.

Het is dus weer geen exclusieve Birdy geworden, geen dure Brompton en ook geen nieuwerwetse Ori, maar een Dahon Vitesse D7HG. Fantastische zithouding, lichte en dus snelle fiets, een onberispelijke afwerking en een bijzonder scherpe prijs. In prijs en afwerking zit hem overigens het grootste verschil met m’n Vero. En in die fantastische Shimano Nexus 7-speed naafversnelling natuurlijk.

Een twist grip shifter en pot-versnellingen, ik zit bijna terug op de Raleigh Grifter waar ik in m’n jeugd van droomde!

Over hoe ik aan den lijve ondervond dat ge altijd een fietshelm moet dragen

Op de fiets door Brussel, is dat niet gevaarlijk?” vroeg men mij soms. “Nee” zei ik dan altijd een beetje stoer, “goed afgestelde remmen, een beetje geconcentreerd rijden en dan valt dat goed mee”.
Tot gisterenavond een voetganger met typisch Brusselse doodsverachting de straat zonder boe of ba overstak, een auto de remmen voor haar moest dichtgooien en ik hetzelfde deed om niet achterop die monovolume te knallen. Remmen dicht, de lucht in, door de achterruit van die vervloekte Opel het Schaarbeekse ziekenhuis binnengevlogen.
Op de spoed moesten ze 3 sneeën op m’n linkerarm dichtnaaien en hebben ze paar mooie zwart/wit foto’s genomen om daar -na lang wachten- op te zien dat er niets gebroken of gebarsten was in pols of nek, waarop ik goed bevonden werd om me terug in het verkeer te begeven, voorlopig wel zonder vouwfiets.
“Het valt mee, het had veel erger kunnen zijn” en “Ge hebt geluk gehad dat ge een helm ophad Mijnheer” zeiden Mario en Pieter (de vriendelijke ambulanciers), verpleegsters en dokters heel de avond lang. Absoluut! Ik en mijn Giro Flak fietshelm, wij zijn vanaf nu helemaal onafscheidelijk. Hopen dat Veerle dat geen belemmering vindt, zo in bed …

ORI vouwfiets geplooid en gewogen

ori MI8 (of is het M9?)Eergisteren plat gereden met m’n Vero in Brussel, de nochtans bijzonder stevige maar vooral nieuwe buitenband bleek grondig naar de knoppen. Ik heb m’n fietsje dus binnengebracht bij Mobibikes en daar kreeg ik als vriendelijke maar ongetwijfeld ook commercieel verantwoorde geste ter vervanging een Ori MI8 in de handen gestopt. Als Christophe hoopt op een vermelding op m’n blog, heeft hij geluk, want dit lijkt wel heel sterk op een blogpost over Ori vouwfietsen, niet?
De Ori (ook verkocht als Mezzo) is even Brits als oer-vouwer Brompton en werd ontworpen door ex-Benetton F1 ingenieur Jon Whyte (die eerder ook al “full rear suspension” MTB’s voor Marin tekende). De MI8 lijkt overigens op een modernere versie van z’n befaamde stalen landgenoot (kijk maar op deze foto), met een scharnierloos monocoque aluminium frame met zelfsluitende koppelingen aan  achter- en voorwiel, Shimano Nexus 8-speedpotversnellingen” en een heel strak design dat mooi assorteert met m’n zwarte fietsmuts.
Enkele korte ritjes maken geen uitgebreide test, maar ik kan wel zeggen dat de overstap van m’n Vero (Dahon) naar de Ori MI8 niet zonder slag of stoot ging. Ge had me moeten horen vloeken toen ik dat klereding op de trein niet proper opgeplooid kreeg. En de goeie raad van de conducteur, heel de weg tussen Lokeren en Dendermonde, hielp ook voor geen meter. Het kan nochtans best snel, kijk maar:

Folding an Ori foldingbike really fast

En inderdaad, ik ben over de middag nog even gaan oefenen en dat ging al heel wat vlotter. Voor de rest is de afstand tussen het zadel het stuur de stuurpen betrekkelijk klein, maar al bij al is de Ori MI8 een knappe, lichte en snelle vouwfiets. Een ideaal opstapje naar een Birdy, misschien?

Op een Grifter, zoals Roger De Coster. Bijna.

raleigh grifter mk1 (foto van vintageoldschoolbmx.com)Ook ik ben nog jong geweest, in de tijd dat BMX’en en mountainbikes nog moesten worden uitgevonden en Roger De Coster de beroemdste der gemotoriseerde moddervreters was. Het was 1977, ik woonde in Blaasveld en ik ging bij Ivan spelen, die stoer rondreed met een echte Raleigh Grifter (mooie foto’s hier), waarnaast mijn nieuwe oranje jongensfiets maar een kneusje leek.
Een jaar later waande Ivan zich op een oude brommer zijn tuin omploegend al helemaal Roger De Coster. Ik heb één keer met zijn aftandse Mobylette mogen rijden en bolde stomweg tegen een muur. De Costers troonopvolger André Malherbe had duidelijk niets van mij te vrezen. Voor zover ik weet heeft Ivan ook geen potten gebroken in de internationale motorcrosserij.
Maar mijn Vero vouwfiets heeft nu, net als die Grifter toen, wel stoere twist-shift versnellingen aan het handvat. Vitessen in het stuur en een stevige pot op, zo ben ik 30 jaar na datum toch nog een beetje Roger De Coster. Misschien moet ik net als Ivan toen ook nog speelkaarten tegen m’n wielspaken laten ratelen terwijl ik door Brussel cross?