Koffieculturen

Als de kwaliteit van de koffie een bepalende factor is in mijn beroepsgeluk (en geloof me, dat is zo), dan ben ik hier in Brussel een tevreden drinker. Net zoals in Mechelen (bij dat andere telco-bedrijf) brouwen hier grote, donkere machines van Maas International echt goeie koffie op verzoek. Bekertje voor bekertje, met echte gemalen koffie, de eerste twee van de dag gratis, daarna 15 cent per portie.
Absoluut geen reden om een Starbucks in de buurt te zoeken dus en voor zover ik weet is dat er ook niet in Brussel. Misschien staan we nog niet op die sport van de koffie-ontwikkelingsladder, want in de USA lijkt het cafeïne-snobisme (“a Venti Caramel Macchiato to go please”) veel meer aanwezig, als je films en televisie-series als Sex and the City of Ally McBeal mag geloven. En anderzijds zie je bv. in de coffee-loving “Gilmore girls” die andere uiting van koffie in de States; achter de toog van de diner een grote kan met urenlang verwarmde zwarte prut die -beeld ik me in- toch echt niet beter kan zijn dan het zurige afwaswater dat bij mijn ex-werkgever uit Gent uit de grote Miko-percolator in schilferende thermoskannen kwam gepist?
Nee, laat mij maar aanschuiven bij Maas’ machines voor mijn fix. En thuis, thuis zet ik hem zelf, en bedenk ik dat ik ook daarvoor de Atlantische Oceaan niet over moet.