Het is ondertussen alweer een respectabel aantal jaren geleden dat ik regelmatig naar café ‘Den Hemel’ in Gent ging. Naar folk jamsessies luisteren, Trappistjes drinken en zelfs al eens een sigaretje proberen roken. Dat ging me niet af, ik kon die rook niet inhaleren en ik ben er dan maar mee gestopt. Maar de dikke rookwalm tussen pot en pint hoorde er voor mij wel bij. Want in een rokerig bruin café moet er gerookt kunnen worden, toch?
En ja, ik weet het, roken is “nogal ongezond”, de longen van nicotine-onthouders lijden er ook onder en het is al bij al gewoonweg een vuile gewoonte. Maar toch, toch ga ik mijn rokende medemensen missen, eenmaal ze ook uit cafés verwijderd zullen zijn.
Op de pagina over Gauloises (samen met Gitanes en Bastos het summum van de zware Europese teer- en nicotine-kick, heel wat anders dan pakweg Marlboro of L&M) op Wikipedia schrijven ze;
“Het Gauloises-pakje stond prominent op de omslag van Willem Frederik Hermans‘ verhalenbundel De laatste roker (1991). In het titelverhaal van die bundel schetst Hermans een toekomstbeeld waarin de antirookmentaliteit een absurde omvang heeft aangenomen.”
Ik denk dat ik dat verhaal maar eens ga lezen …