Het is nog geen vrijdag-muziekdag, maar tijdens mijn omzwervingen op seeqpod, youtube en wikipedia de afgelopen dagen heb ik Conrad (Conny) Plank ontdekt, één van de belangrijkste Duitse producers/ geluidstechnici ooit. De man heeft in zijn eentje meer invloed gehad op moderne muziek dan de Beatles en de Stones tezamen. OK, ik overdrijf misschien een beetje, maar Plank was absoluut instrumenteel in het ontstaan van de Duitse muziekscene in de jaren ’70. Die “Krautrock” gaf via David Bowie (grote fan van NEU!) en Iggy Pop de alternatieve rock een nieuwe impuls en was vooral met bijvoorbeeld Kraftwerk, Can en Brian Eno ook het embryo van ambient, new wave, electro en dance. Onderstaande tubekes tonen iets van Planks werk in die laatste genres. Kraftwerk – Tanzmusik (uit Ralf und Florian, live in 1973)
En verder ook Hallogallo van NEU!, Der Mussolini van DAF (“dansen met Duitsers” tiens) en Never Gonna Cry Again van de Eurythmics en Vienna van Ultravox en Marcia Baila van Les Rita Mitsouko en nog veel, veel meer. Conny Plank werkte bijvoorbeeld ook samen met Killing Joke, Devo en Freur, het latere Underworld. Met David Bowie en U2 daarentegen, wilde de Duitser niet opnemen. Op aangeven van Brian Eno ontmoette de Plank de Noord-Ieren om over de productie van “The Joshua Tree” te praten. “I cannot work with this singer” zou hij na de korte vergadering gezegd hebben. In 1987 stierf de toen 47-jarige Conny Plank aan kanker.
Via eskimokaka een fotoreportage gezien van een fucker die een zwerm bijen opstookt. Voor wie ooit geconfronteerd wordt met zo een zwerm, en niet van dergelijk redneck vuurkestook houdt, enkele weetjes en tips van een imkerszoon:
een zwerm is het deel van een bijenvolk dat de oude koningin volgt als er een nieuwe koningin op uitbreken staat
voordat ze uitzwermen, vreten de beetjes zich propvol honing, waardoor ze de eerste paar uren gewoonweg niet kunnen steken.
als je de zwerm “losklopt” (van een tak dikwijls), zit de koningin daar mooi ergens middenin
waar de koningin gaat, volgt de zwerm
wespen zijn meestal minder aangenaam, maar die zwermen niet. als er dus een kloddeken bijen op een tak zit, dan zijn het … bijen.
Met die informatie indachtig een korte “Zwermen pakken voor dummies”;
Zoek een steen en een emmer (een rieten mand of kartonnen doos kan ook) en leg de steen op de grond op een meter of 2 van de zwerm of ga naar stap 7.
Trek eventueel handschoenen aan en bricoleer met een hoed en een stuk glasgordijn een bijenkap of ga naar stap 7.
Hou de emmer onder de zwerm en klop op de tak zodat de zwerm in de emmer valt. Of ga naar stap 7.
Ga nu niet naar stap 7, maar zet de emmer met de opening naar onder rustig op de grond, met de rand op de steen zodat de emmer niet afgesloten is, want …
De nog rondvliegende bijen zullen rustig bij de koningin en de rest van de zwerm in de emmer kruipen. Je kunt de emmer na een uurtje eventueel voorzichtig verzetten of je kunt naar stap 7 gaan.
I upgraded my Ubuntu “disktop” from 7.10 to the new Ubuntu 8.04 (aka Hardy Heron) today. The entire process took around 1h30 (download of packages was rather slow) and was incredibly straightforward (as shown in upgrade docs). Everything seems to work flawlessly as far as I can tell. Hardy is running Firefox 3 beta 5, but Ubuntu/ Canonical will provide upgrades as FF3 goes through it’s final release-stages. Strange as including a Beta might seem, this actually is a wise thing. FF3b4 and b5 have proven to be quite stable (i’ve switched from FF2 approx. 2 months ago, haven’t looked back since). Moreover, Hardy is a “Long term support”-release, with the Desktop-version receiving support until 2011 and the Server-version until 2013 and using FF3 ensures Ubuntu of continued support (read: security updates) of the Mozilla-team in the years to come. Check out the release notes for more details about Ubuntu 8.04 LTS.
Concurreren met gratis is moeilijk en Wikipedia is bijzonder populair onder bloggers om naar meer uitleg te linken. Die bedenkingen moeten ongetwijfeld meegespeeld hebben in de beslissing van Encyclopedia Britannica om bloggers gratis toegang te verlenen tot hun -het moet gezegd- fantastische database. Wat meer is, als je in je blogposts linkt naar een artikel EB, dan kunnen je lezers die inhoud van dat artikel ook volledig lezen, bijvoorbeeld over … Wikipedia? Wie ook geïnteresseerd is; op een specifieke pagina op britannicanet.com kun je je aanmelden, na goedkeuring ontvang je dan een mail met de promotiecode voor 1 jaar gratis toegang. Wel goed in het oog houden wat er na dat jaar gebeurd, ik heb al eens een ongewilde verlenging van een Britannica ‘free trial’ aan m’n broek gehad. (gelezen op buurman Koen Fillets blog)
I am important! Or rather; some bloggers are important. Or better still; some advertisers, marketeers and PR-officers consider blogs to be an
important channel to communicate with and through. High-profile blogs (which this one is not by any measure) can indeed be instrumental in launching geeky products, kick-starting viral campaigns and in some cases even influencing the public debate. But what you can’t measure doesn’t exist and that’s where buzz tracking tools such as the one from Brussels-based Attentio comes into play. Attentio spiders blogs, forums and news-sites and indexes all that content in what must be a super-sized database. In front of that database sits a data-mining application annex website, which allows communication-pro’s to follow-up on the positive and negative buzz around their products, product features and competitors on the “Brand dashboard” in real-time. As straight-forward as this may seem, collecting all that content, filtering out the garbage (e.g. splogs and NSFW-content) and creating a blazingly-fast web-based application to publish these reports on-the-fly is quite a feat. The demo I got last week during the Emakina/Reference Academy by Amaia Lasa and Kalina Lipinska was impressive enough to make me want to try the application myself in between sessions. Attentio’s Linda Margaret patiently “tomtommed” me through the interface (thanks Linda!), giving me a better overview of all the available graphs and screens. All in all an impressive product with a lot of potential, especially for multinationals that have a lot of blog-visibility. A lot of potential? Yes, because there is room for improvement (isn’t there always?). Attentio is great for buzz-quantification, for showing how many blogs discuss your products, but I had the impression that reports that try to extract more then these “simple” quantifications, were still rough around the edges. This seems largely due to what is the basic building block of a blog; language. There is, for example, a report which allows you to see buzz per region or country. For this qualification the domain-name and/or geo-location of the IP-address are used. But as anyone can choose a TLD of their liking (lvb.net and blog.zog.org to name but two Flemish A-list bloggers) and as hosting abroad is no exception (lvb.net is hosted in the USA and this blog is on a server in Germany), a considerable amount of blogs in the reports I saw were not attributed to a country or region, but were instead classified by their language (Dutch/ French) in the same graph. Attentio intends to use information disclosed in the blog content itself to better pinpoint location. Extracting non-quantitative information from blogs, forums and news-sites requires techniques from the fields of computational linguistics and artificial intelligence. One of the most exiting reports in the Brand Dashboard is the “sentiments”-report, which tries to categorize buzz as positive, neutral or negative. Up until now this is done using hard-coded rules which only allow content in English to be qualified (hence my writing this post in English, curious if this rings a bell on their own Brand Dashboard). Indeed Attentio is working at this, as witnessed by the description of the specialties of the smart Attentionistas on their “company info” page. They disclosed they’re working with the K.U. Leuven on new AI-based classification software (using Bayesian text classification one would suspect) which will be released into production later this year. I’m pretty sure this new software could be used for more then just extracting the “sentiment” of a blogpost, so I’ll certainly be keeping an eye on what these smart boys and girls are doing! For those of you who would like to create some buzz-tracker graphs, Attentio offers basic functionality for free on http://www.trendpedia.com. Happy tracking!
Deze middag in het Koopcentrum in Sint-Niklaas voor de eerste keer met ons dochterken op de draaimolen gegaan. Direct in zo een vliegtuigje natuurlijk, want dat vond de papa vroeger ook altijd het leukste. Veerleken stond met de gsm in aanslag om enkele foto’s en vooral dit kort vaag filmpje te maken, waarop ook gij -met enig inlevingsvermogen- kunt zien dat ons Liezeken bijzonder enthousiast was, ondanks de lastige co-piloot die niet van de boordinstrumenten kon blijven! 😉
Ik vond via Seeqpod deze stomend-pompende remix (mp3) van Art of Noise‘s ‘Beatbox‘, door The Lady Foursquare: [audio:http://www.trashmenagerie.com/audio/ladyfoursquare/Art%20of%20Noise%20-%20Beatbox%20(Lady%204square%20rmx).mp3] Beetje Googelen leverde onder andere volgende info op (van trashmenagerie.com):
The second tune for download is her incredibly interesting take on Art Of Noise’s Beatbox using the classic break and the not so known ending piano jam to create a huge breakdown builder. I wouldn’t be surprised if some of the big boys started using this one at the peaks of their set because this one builds it up big time. And I can’t forget the classic Loletta Holloway vocal rant over it that really gets folks going.
“A huge breakdown builder”, absoluut! En dat de outro in vergelijking met de rest van de mix wat zwakker uitvalt, zal voor de “big boys” geen probleem zijn. Die zijn op dat moment immers al lang andere beats door hun dansmolen aan het draaien!
Nu “de scheet uit de fles is” en iedereen Fitna heeft kunnen zien, hebt ge ongetwijfeld al elders lezen dat Wilders’ pamflet niet echt een toonbeeld van objectiviteit is. Indien niet; lees bij Martijn de Koning even over de uit hun context gerukte losse feitjes, de onvolledig geciteerde Koran-verzen en andere halve waarheden in Wilders’ propagandistische collage. Het tendentieuze gegoochel met getallen over het aantal moslims in Nederland was alleszins opvallend. Cijfers en grafiekjes stralen een aura van wetenschappelijke waarachtigheid uit en Wilders maakt daar dankbaar gebruik van op het scharniermoment tussen deel 1, waar hij de dreiging van “de Islam” aan wilt tonen en het 2de deel “Nederland in de ban van de Islam”. Wat is er dan te zien en wat is daar fout aan?
Euh … Welk complex algoritme zit er achter die tijd-as? Waar zijn de recentste cijfers van het CDS, die met een nieuwe methodologie aan lagere cijfers (877.000 voor 2005 en 837.000 in 2006) kwamen? Niet opgenomen want dat paste niet in het plaatje? En om alle twijfel over de statistische kwaliteiten van Wilders’ werk weg te nemen; wat doen de cijfers van Europa plots in een grafiek over Nederland en vooral … waar-de-fok haalt de man die 54 miljoen vandaan?
In West-Europa zouden er volgens Wikipedia 13,5 miljoen moslims zijn. Een studie in opdracht van het Europese Agentschap voor Fundamentele Rechten, komt voor de Europese Unie ook rond de 13 miljoen uit. Maar misschien telde Wilders in één moeite ook de moslim-bevolking van Rusland en Europees Turkije mee? Wat er ook van zij, de grafiek ziet er op bovenstaande manier weliswaar spectaculair uit en is zelfs vaagweg gebaseerd op de realiteit, maar is daarom niet minder onzinnig. Of we die conclusie meteen ook kunnen extrapoleren naar het hele filmpje, laat ik aan uw persoonlijk oordeel over 😉
Sinds gisteren is deze site, middels een button in de linkerkolom, nu ook officieel een “Blog zonder reklaam“. Er staat hier immers al genoeg rommel, toch? Met dank aan Jutblog.
Als klein jongetje vond ik dat mijn vader een tovenaar was, of dan toch ten minste een uitvinder. Hij was eigenlijk machine-ontwerper, gespecialiseerd in mechanica, pneumatiek en hydraulica. En veel “boerenwijsheid”, dat kwam er volgens hem ook bij kijken. Hij werkte het grootste deel van zijn carrière voor een multinational, op zoek naar verbeteringen aan de productie-machinerie, naar hogere snelheid, minder slijtage en minder afgekeurde “gelullekes”. Zijn werk was dikwijls een obsessie, met alles wat daar bij hoort. ‘s Avonds, in de luie zetel, schetste hij zijn ideeën zomaar op een A4’tje. Op basis van die schetsen maakte hij dan complexe technische tekeningen, met de hand aan de tekentafel eerst (inclusief normschrift vanzelfsprekend), meer en meer op de computer sinds het einde van de jaren ’80. En de machines draaiden inderdaad stelselmatig sneller en slijtvaster, de afgekeurde productie daalde en de multinational was tevreden. Mijn vader was daar toch een beetje een tovenaar! Maar hij is ondertussen al een paar jaar met prepensioen en het was dus tijd om andere bezigheden te zoeken. Al die technisch-creatieve energie moet toch ergens naartoe? Naast wekkers, zakmessen en aanstekers verzamelde mijn vader al een tijdje oude vulpennen, SheafferVac-Fils vooral. Die “plunger-fillers” uit de jaren ’30 tot ’50 onderscheidden zich toen van andere types pennen door een vernuftig vulsysteem, zonder “inktzakje”, waardoor het inktreservoir tot 70% meer inkt kon bevatten. De vintage Vac-Fils die je op eBay en andere rommelmarkten kunt kopen, vullen en schrijven zelden nog perfect, omdat de dichtingen van het vacuüm vulsysteem versleten zijn. Reparatie is daarenboven niet vanzelfsprekend want Vac-Fils zijn niet bepaald onderhoudsvriendelijk. Er is volgens de bijbel van vulpen-reparaties dan ook een flinke kans dat de pen bij reparatie onherroepelijk beschadigd raakt. Nieuwsgierig besloot mijn vader om één van zijn defecte Sheaffers toch voorzichtig te demonteren om een oplossing te zoeken. Hij slaagde er in om de pen perfect te herstellen door zelf enkele extra onderdeeltjes te maken en die te monteren. Van de ene reparatie kwam de andere en ondertussen heeft “Fountainbel”, zoals hij op een groot online pennenforum gekend is, al heel wat van zijn Sheaffer’s hersteld met behulp van gestandardiseerd reparatiemateriaal. Mooie oude pennen repareren is één zaak, maar het tovenaarsbloed kruipt waar het niet gaan kan; mijn vader ontwierp en maakte onlangs ook een eigen vulpen, de Fountainbel “Plunger-Filler Tribute”. Hij liet zich daarvoor inspireren door de oude Sheaffer Vac-Fils, maar gebruikte moderne dichtings-technieken die ten dele al in zijn reparatiesets te vinden waren. Alle onderdelen, met uitzondering van de voeding met gouden penpunt (“feed” en “nib”, van Sheaffer of Pelikan) en een aantal dichtingsringen zijn met de hand gemaakt in het “tuinhuis”, dat eigenlijk eerder een klein technisch atelier is waar mijn vader zijn werkdagen doorbrengt. De transparante materialen in de Demonstrator Pen zijn polycarbonaat, het 2de prototype is in “swirled hard rubber”. De klip, zuigerstang & “capring” zijn van roestvrij staal. Alles is zo gemaakt dat de pen volledig kan worden gedemonteerd in 10 minuten, zonder speciaal gereedschap of het gebruik van hitte.
Het vulsysteem is een moderne versie van Sheaffer’s plunger-filler-principe; de pen (ongeveer zo groot als een Montblanc 149) heeft een vullingsgraad van 100%, goed voor een uitzonderlijke 3cc. Naast dat grote inkt-reservoir is er een 2de kleinere inktkamer (0,5cc), die gebruikt wordt bij het schrijven. Door die aparte 2 inktkamers en door de dichtingsklep ertussen, is het risico op lekken of kladden door temperatuur- of luchtdruk-variaties (vooral bij vliegreizen een probleem) zowat onbestaand en dat blijkt uitzonderlijk voor plunger-fillers. De Fountainbel “Plunger-Filler Tribute” zal waarschijnlijk nooit echt in productie gaan, onder andere omdat de Italiaanse luxe vulpennen-producent Viscontieen patent op een gelijkaardig principe lijkt te hebben. Maar het blijft een staaltje van de creativiteit, het inzicht en de vakmanschap die mijn vader -voor mij- lang geleden al tot tovenaar maakten. Ik ben dan ook nog altijd een bijzonder trotse zoon!