Coming of age, de buitenwijken, New York, Noorwegen. Muziek, toneel, schilderkunst. De oorlog in Vietnam de oorlog die Coppola’s film over de oorlog in Vietnam was. Communisme, kapitalisme. Eenzaamheid, vervreemding, maar ook liefde.
1230 pagina’s en ik zou direct opnieuw beginnen (en ik ben stukken aan het herlezen), ondanks de soms zwaar op de hand liggende beschouwingen over toneel of schilderkunst (maar vooral de stukken over toneel zijn nu zoveel relevanter).
A song I Shazammed twice in the last couple of days when hearing it on PBB and which I’ve just now listened to 5 times already as it really is that intense, angry, chaotic, poetic and … well, good? The video is pretty great as well! Black Country, New Road – ‘Science Fair’
Black Country, New Road - 'Science Fair' (Official Video)
De verweefde geschiedenis van 3 families in de Londense smeltkroes van de late 20ste eeuw, featuring Jamaicaanse Jehova’s Getuigen, Bengaalse moslims en een handvol lokale dierenrechten-activisten die elk op hun manier in aanvaring komen met hun eigen verleden en met een rationele maar wereldvreemde wetenschapper die aan zijn genetisch gemanipuleerde “Toekomstmuis ™” werkt.
Een beetje John Irving-achtig (dat is een compliment), maar ik werd zelden meegesleept in het verhaal en daardoor waren die 572 pagina’s er misschien 100 of 200 te veel voor mij? Het feit dat Zadie Smith de Jehova’s Getuigen een kruisje liet dragen en over een “kerk” sprak hielpen ook niet, maar dat is uiteindelijk slechts een kleine ergernis van een ex-Getuige.
Toen ik de laatste letter van de laatste pagina van “De Opwindvogelkronieken” had gelezen, vroeg ik me af wat ik nu eigenlijk gelezen had.
Toen Haruki Murakami begin 1992 als gastdocent in Princeton in de Verenigde Staten ging wonen, had de herdenking van 50 jaar Pearl Harbor net plaatsgevonden, was het land onder Bush Sr. in de eerste video-spelletjes oorlog met Irak verwikkeld en werd het 2de seizoen van Twin Peaks uitgezonden (waar de schrijver, zo bevestigde hij in het nawoord, elke dinsdagavond naar keek).
In die bijzondere context begon Murakami aan wat “De Opwindvogelkronieken” zou worden, een 3-delige roman van meer dan 800 pagina’s over een gewone man die eerst zijn kat en dan zijn vrouw moet zoeken in verschillende werkelijkheden/ dromen, die daarbij in contact komt met vreemde personages wiens verhalen raakvlakken vertonen met zijn leven en die zo hoofdrolspeler wordt in een strijd tussen goed en kwaad.
Wat ik nu eigenlijk precies heb gelezen weet ik nog steeds niet 100% zeker, maar dat het een (magisch-realistische) trip was staat buiten kijf. Zelfs de feitjes-mens in mij was tevreden, want ik had een hele kluif aan de hoofdstukken die over de Japanse bezetting van Mantsjoerije (China) en de oorlogen met China en de USSR in de jaren ’30 van de 20ste eeuw gingen.