5 tips voor succes op het web

Ik ben voor mijn werk aan een presentatie over functionele en technologische keuzes voor websites bezig. Als basis voor die keuzes, stel ik, moeten de redenen van het succes van het internet genomen worden, want die gelden even goed ook voor individuele websites. Zo voor de vuist weg (niet echt, ik ben hier al een tijdje over aan het prakkiseren) kan ik er een 5-tal bedenken:

  1. Geef de mensen informatie!
  2. Daar draait het op het web immers om, informatie. Dus niet over hoe leuk het er allemaal uit ziet (al is dat altijd mooi meegenomen), niet over een promootje op je webshop en ook niet over CPC van je Google Adwords campagne. Nee, het draait in eerste instantie echt gewoon over ‘kwalitatieve content’, over ‘inhoud’. De mensen willen internet om dezelfde redenen als waarom onze verre voorouders vroeger encyclopedieën kochten; omwille van de belofte dat je, als je dat wilt, informatie onmiddellijk ter beschikking hebt.
    tip 1: Zorg voor kwalitatieve informatie waar je doelgroep iets aan heeft.

  3. Gratis is nooit te duur
  4. Inhoud is koning, keizer, admiraal, maar verwacht niet dat gebruikers voor ‘gewone informatie’ zomaar geld zullen neertellen. De grote succesverhalen op het web zijn niet toevallig geheel of gedeeltelijk gratis. Google, Youtube, Wikipedia, die duizenden internet-fora … allemaal gratis inhoud.
    De truc voor wie toch geld wilt vragen voor zijn “content”, is een evenwicht te vinden tussen je gratis en je betalend aanbod. LinkedIn is een goed voorbeeld; iedereen kan zonder een eurocent uit te moeten geven lid worden en je kunt met zo’n gratis account perfect online netwerken. Maar terwijl je, blij als een kind met deze toffe gratis dienst, je online netwerk beetje bij beetje verder uitbouwt, voeg je zelf ook informatie (en nieuwe gebruikers) toe. Eenmaal je goed en wel op weg bent, schrijf je misschien ook een aanbeveling of beantwoord je vragen in de ‘answers’ sectie. Gratis informatie geven en nemen, in ieders voordeel. Alleen voor een klein een deel van de meest sexy functionaliteit tenslotte (de volledige lijst van wie je profiel bekeken heeft bv.), moet je wel betalend lid zijn. Online uitgevers zoals De Standaard en de muziek- en filmindustrie lijken overigens nog te worstelen met het vinden van de juiste verhouding tussen gratis en betalend.
    tip 2: Geef je bezoekers die informatie ten minste gedeeltelijk gratis.

  5. “Wie doet er mee, internetteke?”
  6. Internet drijft dus op gratis inhoud, maar wat meer is: iedereen mag meedoen! Wie toegang tot internet en een browser heeft, kan mee zoeken en lezen, maar kan vooral ook mee schrijven en linken. Het internet is op die manier vanzelf viraal; je leest, je reageert, je schrijft zelf, je stuurt linken door, … Het succes van internet en van succesverhalen als Youtube, Wikipedia, Facebook en dichter bij huis van bv. de Telenet Games-fora (nu geïntegreerd in 9lives.be) is dan ook mee te danken aan het feit dat iedereen mag meekijken, meespelen en mee promoten. Het internet, dat zijn de mensen. Vergeet die hippe marketeers en trendwatchers dus maar; het internet is vanaf de allereerste site (van Tim Berners-Lee aan de CERN in Genève, zie zijn oproep om zelf content te publiceren of software te schrijven in ‘How can I help‘) altijd al een viraal en sociaal medium geweest!
    Dat iedereen mag meedoen, gaat inderdaad verder dan het puur inhoudelijke: ge kunt, als ge na het lezen van dit artikel een geweldig idee hebt, onmiddellijk beginnen om nieuwe spannende software voor het web te schrijven. Internet en het www zijn immers gebaseerd op open, gestandaardiseerde technologie (tcp/ip, smtp, http, html, …) waar geen rechten op betaald moeten worden. Daarnaast heeft ook het succes van het open source ontwikkelmodel sterk bijgedragen tot de grote hoeveelheid beschikbare kwalitatieve software voor het internet (denk aan Bittorrent, Firefox, Apache, WordPress, Drupal, Mediawiki, …) en op die manier voor het succes van het web in zijn geheel.
    Voeg het idee van open communicatie en open software development tenslotte samen en “shake firmly” tot je een mashup hebt; web-applicaties (zoals Amazon en Google Maps), social-networking-sites (zoals het al vermeldde Facebook en binnenkort ook Linkedin) en andere web2.0-software projecten (opnieuw; Drupal, WordPress, Mediawiki, Joomla, …) laten ontwikkelaars toe om met behulp van een API (application programming interface) widgets, extensions en plugins te schrijven die extra functionaliteit in hun sites integreren of die informatie van hun site halen om ze in een andere context (bv. iGoogle of live.com of rechtstreeks in je browser) te publiceren. Het resultaat: gratis extra functionaliteit voor je bezoekers!
    tip 3: zet je website “wijd open”; een standaard browser moet voldoende zijn, moedig het linken naar je content en gebruik van je rss-feeds aan, bevorder communicatie op en/of over je site en overweeg de mogelijkheid van het openstellen van je applicaties voor “amateur-ontwikkelaars”.

  7. Uw grootmoeder kan het!
  8. Een oppervlakkige kennis van computers is voldoende om het internet op te trekken. Computer opstarten, icoontje van je browser klikken, naar Google, zoekterm intikken, à volonté op al die hyperlinks klikken, ge moet daar niet voor gestudeerd hebben mijnheer! Verkeerde pagina? Eén klik op de back-knop en je zit terug in je zoekresultaten (het web is sequentieel, ge gaat van pagina A naar B naar C terug naar B naar D, …) en als je een toffe pagina hebt gevonden; in de bookmarks ermee! Dat is het. Indien surfen niet zo eenvoudig zou zijn, hadden de webbouwers en -marketeers onder ons nu niet zo een fijne job.
    Om die drempel zo laag te houden, moeten sitebouwers zich wel een beetje aan de standaarden (html, css, …) en conventies (links zijn onderlijnd, elke pagina heeft zijn unieke URL zodat er kan gebookmarket en gelinkt worden, back-toets werkt, goeie navigatie en interne search …) houden. Wijk nooit af van webstandaarden en -conventies, zelfs niet als het nifty UI-alternatief van dat flashy webagency voor jou, doorwinterd webexpert die je bent, best eenvoudiger en vooral zo veel leuker lijkt.

    tip 4: laat je website volgens de regels van de kunst maken en hou het eenvoudig. Consistentie, eenvoud, usability, accessibility. Geloof me, ge kunt niet zonder en uw grootmoeder al zeker niet!

  9. Wie zoekt die surft (en surft en surft en …)
  10. Met die schier oneindige hoeveelheid aan gratis informatie zouden we niet veel zijn zonder tools om al die pagina’s makkelijk terug te vinden. Van Webcrawler en Lycos mid jaren ’90 over Altavista tot Google; search engines zijn de alfa en de omega van zowat elk internet-bezoek (bij hoeveel mensen zou een search-engine de homepage zijn?).
    Indien je wilt dat je site makkelijk te vinden is, zul je ervoor moeten zorgen dat de zoekrobotten van bv. Google je site makkelijk kunnen vinden en indexeren. En om goed geïndexeerd te kunnen worden, zul je ervoor moeten zorgen dat je site web-standaarden en -conventies volgt (zelfs niet als dat flashy webagency … ge weet wel).
    tip 5: Consistentie, eenvoud, usability, accessibility; ge kunt niet zonder en de Googles out there zeker niet! wees vriendelijk voor Google en de bezoekers zullen tot U komen.

Natuurlijk is dit lijstje niet volledig en vanzelfsprekend is er heel wat meer nodig om succesvol op het internet te ondernemen (een goed business-plan helpt). Maar als het op rauwe trafiek aankomt: zet gratis kwalitatieve informatie open en bloot voor iedereen online, zorg ervoor dat die volgens de standaarden en conventies ontsloten wordt en verwelkom search-engines met open armen. Hoe het geld dan moet binnenrollen, dat mag U zelf uitvissen.
Interessante links en inspiratie:

Bloggers spotten in Brussel-Noord

brussel noord van wikimedia commonsIk las op http://www.tomklaasen.net/blog/2007/06/27/zero-privacy/ dat collega-blogger Tom net als ik via Brussel-Noord treint en zijn vennoot Koen dus ook. Aangezien zij Meneertje Confituur daar dus gespot hebben (Jeroen is er nog niet goed van), weten we dat die daar eveneens spoort.
Maar er is meer: Michel Vuylsteke doet ‘de nord’ blijkbaar ook aan (maar alleen des avonds) en blogger-groupies zouden daar tevens Pietel moeten kunnen ontwaren; hij fietst blijkbaar in nog geen 5 minuten van het station naar zijn werk. De laatste die ik zo op 1-2-3 de Nord in kon googlen/technoratiën is Maarten, bewoner van ChâteauBrys.be, die daar Rick De Leeuw al eens tegenkwam ook.
En er zitten ongetwijfeld nog Nordisten in blogland (vul maar aan in de comments). We moeten daar aan dat ietwat triestige jaren ’70-toogje in de centrale hal onder de sporen misschien maar eens speedmeeten, altegaar? En de liefhebbers kunnen dan snel nog een hotdog of hamburger kopen, daar een paar meter verder terug in de tijd …

Vechten met informatie

kickboxer takes a hitWerken is altijd een beetje verzuipen in informatie, zeker als je zoals ik nog maar net in een groot telco-bedrijf met tal van slimme collega’s, langlopende projecten en complexe processen begonnen bent. Het ontbreken van een bedrijfs-kennisdatabank (knowledgebase) en van een document management systeem (DMS) dragen niet echt bij tot het vlot opslaan of terugvinden van relevante info. Fileservers zijn wel goed ingeburgerd, maar er wordt van uit gegaan dat iedereen daar op 1 of andere manier zijn weg wel op zal vinden. Very 90’s indeed! Futtta dus op zoek naar een oplossing …

Read more

i-merge wordt boondoggle en irriteert me nu al mateloos

Na enkele weken aanzwellend tromgeroffel op de eigen site en in blogland (dankzij de best leuke ‘kies uw pixel’ actie), werd vandaag het doek van the-agency-formerly-known-as-i-merge gehaald. Boondoggle heten ze nu (uitleg over die naam op de Some minor issues-blog) en ze hebben hun site ook al proper gerebrand.
En daar loopt het wat mij betreft al direct flink fout; niet enkel de Britse acteur in de intro (die je probeert te overtuigen je telefoonnummer achter te laten zodat hij je kan terugbellen om je op je Boondoggle te beoordelen), maar de HELE SITE is FLASH! Arggggggg! En waarom? Alleszins niet omwille van de nifty features op hun site; die bevat eigenlijk gewoon een paar pagina’s met wat tekst, een paar logo’s, een kleine applicatie en een link naar hun blog.
Misschien mis ik iets, misschien zit er zoveel aan te komen waarvoor een flash-only-site absoluut onontbeerlijk is, maar de nieuwe Boondoggle-site mist in al zijn flash-only launch-euforie alleszins volgende mogelijkheden (en ik zwijg nu even over oude stokpaardjes als accessibility en open standaarden):

  • printen: ik zie … een lege pagina. Ik wil ergens wel aannemen dat de associatie van de nieuwe brand met een onbeschreven blad potentieel heeft, maar ik veronderstel dat boondoggle -met de erfenis van het sterke i-merge- toch voor meer staat?
  • copy/pasten: Waarom ik dat zou willen? Om hun contactgegevens op te slagen op mijn computer bijvoorbeeld? Dat moeten ze toch kunnen appreciëren, niet?
  • seo: geen content in de html = geen google-hond die naar je content kraait. niks. nada. noppes. Of wacht, ik was te snel, er is blijkbaar toch tekstuele inhoud;

This content requires Flash Player 8. Get Flash and return when finished installing.

Maar ergens betwijfel ik of dit de SEO is die Boondoggle beoogt …
Ik ben ervan overtuigd dat dit kinderziektes zijn die Boondoggle de komende dagen/ weken wel zal oplossen, maar spijtig genoeg is flashonlysitus een resistent virus dat vooral onder marketeers ravage kan aanrichten. Misschien kan Boondoggle, na succesvolle bugfixing, zijn klanten genezen met een op eigen ervaring gebaseerde case?

“God ziet U, hier blogt men niet”

Een paar dagen geleden besloot ik om rechtstreekse referenties naar mijn werkgever op een aantal plaatsen op “tinternet” (mijn slome homepage, deze blog, een forum, …) te verwijderen. Ik heb hier immers al een paar posts neergepoot over hoe ik de idiote beperkingen die de sysadmins ons proberen opleggen, omzeil en ik heb zo nog wel een paar dingetjes in het kalende achterhoofd.
hier vloekt men nietAangezien ik bij indiensttreding een papiertje heb moeten ondertekenen dat ik de IT security guidelines zou volgen (op straffe van ontslag met dwingende redenen, als ik me niet vergis), lijkt het me niet slecht om te vermijden dat een onbekende collega op Technorati of Blogoloog met een search naar <vul hier de naam van mijn werkgever in> zomaar op mijn blijkbaar illegale IT-praktijken zou uitkomen.
En kijk, nu waarschuwt de Beeb op haar site voor de gevaren van ongeremde blogging;

“More than a third of UK bloggers risk the sack by posting derogatory or damaging details about their workplace, boss or colleagues, a survey claims.”

en

Employers need to ensure that they carefully consider the impact of blogging on their organisation and take appropriate steps to minimise any potential risk.

Maar het is gelukkig niet al kommer en kwel met die spiedende bedrijfsogen; lees er het “HP from hell/Dell-support” verhaal op Blogologie maar op na. iBert van Wassenhove heeft een soortgelijke ervaring met support van Proximus en Skynet na een eerdere blogpost.
Vandaar: Mijnheren en mevrouwen van Dell, indien u dit leest: ik ben vooralsnog bijzonder content over uw materiaal, maar U mag mij steeds proactief verwennen met dat laptopke met pre-installed Ubuntu bijvoorbeeld. Dank bij voorbaat!

De bonsaikittens van de toekomst: Genpets

Wie al een tijdje op internet rondwaart, herinnert zich de bonsaikittens nog wel; jonge katjes die in een bokaal werden geperst en daar -net als een bonsai-boompje- artificieel klein gehouden werden. Makkelijk in onderhoud, neemt niet te veel plaats in beslag, geen dampende kattebakken meer … Ik kreeg in de tijd tientallen mails van verontrustte vrienden en kennissen die hun verontwaardiging wilden uitschreeuwen en me vroegen om de petitie mee te tekenen. Maar bonsaikittens, mijnheer, die bestonden eigenlijk niet. Dat is een hoax mevrouw, een fabeltje, een grap van enkele studenten (van het MIT dan nog wel, ge zout denken dat ze daar toch beters te doen hebben toch?).
Soit, die kat zit ondertussen al een tijdje terug in de zak (is dat zoveel beter dan een bokaal?) en we zijn 7 jaar verder. Aangezien de tijd niet stilstaat, is het hoog tijd voor nieuw dierlijk gezelschap. Ik stel u voor: de Genpets!
genpets
Deze huisdieren van de toekomst zijn biogenetisch geproduceerde beestjes die in de verpakking in een soort kunstmatige winterslaap zitten. Eenmaal uitgepakt heb je een low-maintenance vriendje voor 1 of 3 jaar dat ergens tussen saai speelgoed en ouderwetse stinkende huisdieren inzit;

“Genpets™ have limited mobility. Like dolls, puppies or human babies, they must be looked after and cared for. Upon waking from its dormant state the Genpet™ will immediately bond or imprint to your child. The Genpet™ line-up pulls its basis from a natural stage of evolution in the market. Dolls and robotic toys quickly become tiresome, while traditional pets require a high level of upkeep. Genpets™ however, learn and adapt. They are living pets, but better, modified to be as reliable, dependable and efficient as any other technology we use in our busy lives.”

Voor wie nog zou twijfelen, dit is inderdaad ook weer een hoax (en meer). De bedenker is Adam Brandejs, een Canadees kunstenaar die op zijn site het hoe en waarom van zijn Genpets-project uitlegt:

“Slow down, stop, and think. Think about why it is that you probably, like most people seeing the work, find it highly disturbing on some level, and yet, still want to buy one. Why is it that you’re so inclined to buy things, no matter what? And what is it that makes this concept so disturbing, or not disturbing to you? Consider both sides of the issue, and consider how we treat animals in farms, and pet stores today. How does that relate?”

Denk daar maar eens over na, terwijl je dit paasweekend lieve kleine gele kuikentjes als speelgoed weggeeft …

Gevaar; je toekomstig werkgever leest mee!

Dat je moet oppassen wat je op internet schrijft over je werkgever, wist je wel al. Maar in de V.S. blijken HR-officers nu ook meer en meer de online capriolen van sollicitanten te screenen. Blogs, maar ook youtube-publicaties en onzin op online communities (myspace, forums, …) kunnen immers veel meer vertellen dan wat je over jezelf zou meedelen, wanneer die strenge mevrouw vraagt om 3 negatieve karaktereigenschappen op te noemen.
Meer op cnet.com: Want a job? Clean up your web act!
En dat verklaart direct waarom ik amper geheadhunt word 😉

Migratie-migraine

Met het opdoeken van de gratis typepad-gehoste telenetblogs moest ik op zoek naar een nieuwe blogwoonst. Alhoewel ik over een serverke op internet beschik, had ik weinig goesting om me met installatie en configuratie en onderhoud van de software bezig te houden. En zo kwam ik algauw bij de gratis wordpress.com-blogs uit. Bleef dan de kwestie van het importeren van mijn oude blogposts. De Typepad-blogs konden geëxporteerd worden, importeren was ‘a piece of cake’ (enkele html-tag-problemen daargelaten).
Waar net iets meer werk in kroop, was het importeren van mijn nog oudere posts uit een antieke nucleus 2-installatie. Niet eenvoudig (want in de nucleus-rss ontbrak heel wat en in de hosted wordpress kun je geen rss importeren). Maar volgende stappen hebben me uiteindelijk het verhoopte resultaat opgeleverd:

  • aanpassen nucleus-code om in de rss zowel ‘body’ en ‘more’ (samen) te tonen in de description-tag
  • aanpassen nucleus-code om in de rss de maximum lengte van de string in de description-tag te vergroten
  • opvragen en bewaren van de rss, de al via typepad geëxporteerde posts handmatig verwijderen
  • installeren en configureren van wordpress op mijn serverke (toch ja ..)
  • php.ini op mijn serverke aanpassen om file-uploads mogelijk te maken
  • aanpassen van rechten op filesysteem zodat wordpress zelf upload-directory kan aanmaken
  • de rss-import op mijn tijdelijke blog gebruiken om de nucleus-rss te importeren
  • de wordpress export-functie op mijn tijdelijke blog gebruiken om te exporteren
  • de wordpress-export gebruiken om in mijn wordpress.com-blog te importeren
  • en dan de tijdelijke blog op mijn serverke verwijderen en -nu ik er aan denk- de wijzigingen in php.ini ongedaan maken …

Maar we zijn er, al mijn blogposts staan nu proper op 1 plaats en ik voel me dus al een beetje thuis. Nu nog gelezen worden 😉

Doe open die proxy!

Omdat het op het werk niet altijd eenvoudig surfen is naar porno- of hacker-sites, heeft een mens al eens alternatieven voor de almachtige coorporate proxy nodig.
Dat je met firefox + putty + openssh-op-je-linux-serverken al veel kunt bereiken, is ongetwijfeld al gekend. Samengevat: de ‘dynamic port forwarding‘ optie in putty (en andere ssh-clients) opent een socks proxy op je eigen computer. Firefox kan via die socks proxy dan over de ssh-tunnel requests voor de meest ongepaste wwwebpagina’s de wereld insturen, zonder dat de bigcompany-proxy daar weet van heeft. En met de Firefox Switchproxy-extensie kun makkelijk switchen tussen bedrijfs- en je persoonlijke proxy.
Eén probleem rest er ons nog; de dns-requests gebeuren in bovenstaand scenario wel nog op het bedrijfsnetwerk. Als je in Firefox een URL intikt, zal die eerst moeten worden omgezet in een ip-adres. Die “vertaling” gebeurt door de DNS-servers van je werkgever en zo laat je de coorporate wwwatchdogs toch weer weten dat je de duistere kant van het net op wilt.
De oplossing daarvoor zit verborgen in de kelders van je Firefox-preferences; in about:config vind je de setting network.proxy.socks_remote_dns. De waarde van die instelling staat standaard op “false” maar wanneer die op “true” staat, wordt de vertaling van URL naar IP-adres effectief in alle privacy via je socks-proxy aan de andere kant van de ssh-tunnel afgehandeld. Nu alleen nog zorgen dat die collega die achter je zit, die blote schoon madammen op je scherm niet ziet … 😉