Tranen om stomme regeltjes in Center Parcs

Stel dat ge een dochterken van 4 jaar zijt, zot van sprookjes en prinsessen en dat ge met papa en mama in Center Parcs in het buffet-restaurant zit. Ge hebt net snel-snel die frietjes met stoverij binnengespeeld, want ge weet dat ze zodadelijk een sprookje komen voorlezen. Van zodra het verhaal begint zit ge  op de eerste rij met open mond te luisteren naar het sprookje van het Land van Miyo en het kleine draakje dat lavasteentjes nodig heeft om groot te kunnen worden. Als de Koning vraagt om die stenen te zoeken zijt ge dan ook de eerste die rechtspringt om mee te helpen, maar papa houdt u tegen omdat het daar buiten aan het regenen is en omdat er dringend nog een ijsje gegeten moet worden. Ge zijt daar niet echt blij mee, want ge moet per slot van rekening toch mee naar die lava zoeken voor dat lieve groene draakje. Maar papa in onvermurwbaar en ge gaat dan maar aan het soft-ijs, vooral omdat papa belooft dat de Koning en de Koningin straks toch nog terugkomen.
Dus ge eet dat ijsje en ge speelt nog wat tot de Koning, de Koningin en de andere kindjes inderdaad terug zijn en dan zit ge alweer in opperste concentratie naar het vervolg te luisteren. Ge zijt blij, want er zijn drie lavastenen gevonden en het draakje kan dus eten en groeien. En dan de grote verrassing; iedereen krijgt een lavasteentje van de Koning! Ge staat al recht om uw cadeautje te gaan halen maar dan zegt de Koning dat hij dat in het zwarte zakje zal steken, dat de meeste kinderen al rond de nek hebben hangen. Ge zijt een beetje in paniek want ge hebt zo geen zwart zakje en net als ge uw papa en mama om hulp wilt vragen, komt uw papa om samen aan te schuiven.
Papa vertelt de Koning en Koningin dat ge nog geen zakje hebt omdat ge niet mee naar buiten zijt gegaan en vraagt of ze er toch nog eentje hebben om zo’n lavasteentje in te doen. Maar de Koning zegt dat dat niet kan en alhoewel papa nog even tevergeefs aandringt stapt ge even later met triestig trillend onderlipje want zonder steentje terug naar mama. Mama ziet en hoort wat er gebeurd is en ze kijkt al boos in de richting van de Koning terwijl ze U in haar armen neemt om zelf aan te gaan schuiven. Maar ook tegen uw mama zeggen de Koning en Koningin dat ge geen zakje krijgt want dat er dan nog kindjes dat zouden komen vragen en dat ze dat echt niet kunnen maken. En dus loopt ge met z’n drieën, papa,mama en dochterken, kwaad weg en ge hoort Uw ouders zeggen dat ze begrijpen waarom Center Parcs geen reklame meer maakt met “a State of Happiness”. Want als kinderanimatie over regeltjes in plaats van over gelukkige kinderen gaat, dan loopt het een beetje fout met die happiness.

Lui klust met hout

Indien ik Kabouter zou zijn, dan was ik niet Klus, maar Lui. Ik ben immers echt niet handig en van hard werken word ik zo moe. Mijn Kwebbel zou dat zeker bevestigen, maar ik hoop dat ze er wel aan zou toevoegen dat als ik eenmaal hamer en zaag vastheb, ik niet meer te stoppen ben.
Maar soit, te stoppen of niet, ik heb hoedanook twee linkerhanden. Toen ik een jaar of 14 was, droeg m’n vader me op om tijdens de grote vakantie een vogelkastje te timmeren. Ik kreeg wat hout, het gereedschap en een week de tijd om pakweg een koolmees een dak boven kop en kroost te klussen. Maar dat liep, ondanks de hulp van buurtvriend Patrick, al van bij het begin verkeerd; ik had de 6 plankjes schots en scheef gezaagd. Vooral de zijkanten, die bovenaan een hoek van pakweg 35 graden moesten hebben, waren een ramp. Bij elke poging om linker- en rechterkant enigszins gelijk te zagen, werd het vogelkastje weer een stukje kleiner. Ik denk dat we, op aangeven van m’n wanhopige vader, de zijkanten uiteindelijk samen in de Black&Decker Workmate hebben geklemd en met een grove houtvijl, rasp of schaaf de boel enigszins gelijk hebben gedwongen. Toen het kastje min of meer in elkaar zat, hebben we de resterende gaten en kieren met Gupa dichtgestopt. Ik was misschien onhandig, maar ook een beetje trots, want we hebben dat vogelkastje aan het huis opgehangen en gedurende pakweg 15 jaar hebben zich daar elk jaar kool- en andere meesjes in genesteld.
We zijn nu 27 jaar verder maar er is op dat vlak weinig veranderd. Ik voel me opnieuw onhandig maar trots; ik heb met wat overbleef van het houtschuurtje van de vorige bewoners, eigenhandig een nieuw afdak voor brandhout in elkaar gezaagd en getimmerd! Het is niet volgens de regels van de doe-het-zelf kunst, het staat allemaal niet waterpas, maar het is wel stevig (het dak droeg een kortstondige belasting van 85kg) en m’n hout zal de komende 15 jaar min of meer droog liggen. Ik denk dat deze Lui nu echt wel een frisse pint uit de Melkherberg verdiend heeft, toch?

Afscheid van m’n Vero

M’n Vero en ik, we gaan uit elkaar. We waren 2,5 jaar lang onafscheidelijk, maar ze vindt me de laatste tijd te veeleisend. Ik wil inderdaad vooruit en dan trek, sleur en duw ik haar tot ze mee wilt. Daar heeft ze het moeilijk mee en sinds ik haar een paar maand geleden zowat mishandelde, is het nooit meer écht goed gekomen. Dus het is beter voor ons alletwee, ik ruil haar in voor een nieuw model; sneller, jonger, steviger! M’n Vero heeft overigens ook al iemand anders, daar heb ik zelf voor gezorgd, want ik wil dat ze goed terechtkomt! Maar mijn nieuwste verovering is wel familie; m’n Vero liep er misschien niet mee te koop, maar ze was eigenlijk een Dahon en dat is m’n nieuwe vouwfiets dus ook.

Het is dus weer geen exclusieve Birdy geworden, geen dure Brompton en ook geen nieuwerwetse Ori, maar een Dahon Vitesse D7HG. Fantastische zithouding, lichte en dus snelle fiets, een onberispelijke afwerking en een bijzonder scherpe prijs. In prijs en afwerking zit hem overigens het grootste verschil met m’n Vero. En in die fantastische Shimano Nexus 7-speed naafversnelling natuurlijk.

Een twist grip shifter en pot-versnellingen, ik zit bijna terug op de Raleigh Grifter waar ik in m’n jeugd van droomde!

“Gone to earth”: i-dosing anno 1986

I-dosing mag dan misschien de nieuwste hype, dreiging of hoax zijn, maar een intense muzikale roes heb ik als tiener toch ook dikwijls opgezocht. Het moet in maart of april 1986 begonnen zijn, toen ik op de radio voor het eerst “Taking the veil” hoorde. Ik kende David Sylvian nog niet, maar de donkere, poëtische sfeer van het nummer bleef wel hangen in mijn jonge licht-melancholische geest. Dat lag niet zozeer aan de tekst, maar wel aan de muziek; de fretless bass van Ian Maidman als hook, de open maar toch zeer strakke en droge percussie van Steve Jansen, de tweestemmige vocals en de gelaagde gitaren van Sylvian, Phil Palmer en de repetitief-knarsende Robert Fripp. Op de onnodig uitgesponnen 12inch klonk dat zo:


Een paar dagen later, ‘s avonds laat, hoorde ik hetzelfde nummer opnieuw op Radio21 en ik drukte snel tegelijkertijd op de “Record” en “Play”-knoppen van mijn Sharp radio-cassetterecorder. De presentatrice kondigde met warme stem af en ik had bijna op “Stop” gedrukt, toen ik hoorde dat er een ander nummer van Sylvian volgde. Het was een instrumentaal stuk, “Upon this Earth” geloof ik. En dus nam ik verder op en “Gone to Earth” passeerde volledig de revue, instrumentaal na vocaal, afgewisseld met de prachtige stem van de presentatrice, die duidelijk fan was.
Op het einde van de uitzending had ik de Radio21-editie van “Gone to Earth” quasi volledig op een cassette van 90 minuten staan. Ik kocht dat 2de solo-album van David Sylvian korte tijd daarna op vinyl en later ook op CD, maar op zoek naar hoger sferen en naar de verwondering van die eerste beluistering, heb ik die tape -dikwijls voor het slapengaan- grijs gedraaid. i-dosing avant-la-lettre dus, m’n vader maakte zich blijkbaar niet voor niets zorgen. De grote liefde voor al wat Sylvian maakt, is ondertussen een beetje weggeêbt, maar “Gone to Earth” blijft een indrukwekkende verzameling indringende songs en atmosferische instrumentale miniatuurtjes.
Soit, ik denk dat ik straks toch nog maar eens een dosis neem, for old time’s sake én omdat het nu echt cool is, natuurlijk.

Over vanalles en nog wat

Een paar kleine ditjes en datjes, het moet hier niet altijd proper uitgewerkt zijn:

  • Dropbox is tof, maar niet perfect: op Android een file aan je Dropbox toevoegen doet pijn aan het gat en de Windows-versie wilt ook thuis de proxy van het werk gebruiken (auto-detect proxy werkt niet).
  • WP-YouTube-Lyte zit aan versie 0.4.1, de afmetingen van de player zijn nu configureerbaar. Het ding is al bijna 2300 keer gedownload (cumulatief voor alle versies) en op basis van de downloadcijfers na een release gok ik dat het op een site of 300 geïnstalleerd staat.
  • Van cijfers gesproken, afgelopen maandag met deze blog de 100.000 pageviews gepasseerd, dank daarvoor anonieme passant.
  • Ik draai al een week ofzo op Firefox 4 beta1 (zowel op Windows als op Ubuntu), lekker stabiel voor een eerste beta. Tabs on top is inderdaad logisch en html5 video (met WebM) op YouTube lukt nu ook, maar aan de nieuwe theme en add-on manager is nog “wat” werk. Beta2 zou eerstdaags uitkomen, maar het is nog wachten op de grote javascript snelheidswinst (waarmee FF terug dichter bij de concurrentie zou moeten komen).

En nog wat: als het gesprek even stilvalt, vragen mensen niet meer naar het weer, maar naar je mening over de slaagkansen van droomkoppel De Wever & Di Rupo. Ik zeg dan dat ze moeten slagen en dat ze dat zelf ook weten want dat het er anders niet goed uitziet voor onze portemonnee en dan verwijs ik naar een interessant artikel dat ik daarover op Apache las en het gesprek valt weer stil.

Dood en verderf in de kippenren

Oh kijk, zo lief, een egeltje! Zie dat lebberen aan dat bordje melk, zo schoon! En kijk hoe angstig het zich oprolt als ge te dichtbij komt! Nuttig is het ook, het vreet insecten opdat wij geen onkruidverdelger moeten spuiten. Toch erg dat zo veel van die schone, lieve en nuttige prikke-bollekes omkomen onder de banden van die vorte auto’s!
Well screw you you hedgehog-loving hippie! Die beesten zijn niet lief, dat zijn bollen gestekelde horror op te kleine pootjes die mijn kiekens lastigvallen! Wat zeg ik, lastig vallen? Aanvallen, dat doen ze, aanvallen om te moorden!

Dinsdagnacht, het was kwart voor 3, werd ik wakker van het geschreeuw van m’n kippen. Nee, U leest het goed, geen gekakel maar echt angstig geschreeuw. Ik staarde nog even door het open raam en zag de oude blinde witte kip panisch rondrennen. Ik liep met de zaklamp naar buiten en zag dat een grijzig monstertje nu de zwarte kip langs achter aanviel. Het was geen vos, het was geen wezel of fret, maar  een bloeddorstige egel die ondanks m’n aanwezigheid bleef proberen om in een kippenpootje te bijten . Ik had genoeg gezien, ik moest ingrijpen. In het tuinhuis pakte ik vastberaden de riek en stapte de ren terug in om de horror-egel in een hoekje te drummen, op te scheppen en buiten de kippenren te bonjouren. “Ga elders dood en verderf zaaien speldenkussen!” riep ik het ongedierte na, terwijl de rust in het kiekenskot terugkeerde.

Dus nee, egels zijn niet lief, ze rollen zich niet altijd schoon angstig-onderdanig op een bolleke als ze een mens zien en ze lusten niet enkel insecten, dat kunnen niet alleen mijn kiekens getuigen. Maar blijf ze vooral melk geven, veel melk, daar krijgen die naald-ratten lekker diarree van!

Ge zult maar politieker zijn …

Ge zult maar … Alexander De Croo heten en bij een tot dan toe gezellig spelletje Hints het spreekwoord “hoogmoed komt voor de val” moeten uitbeelden.
Of Bart De Wever en het concept verstrikking moeten tekenen bij Pictionary.
Of Marianne Thyssen en tijdens een familie-karaoke “Don’t Give Up” van Peter Gabriël en Kate Bush te moeten zingen. Of Leterme op datzelfde zangfeest  met iets quasi-willekeurigs van Leonard Cohen?


Politieker, ‘t is voorwaar een vreemde stiel!

Het schrijven verleerd

Ik heb nooit goed kunnen schrijven. Enigszins leesbaar schrijven met pen en papier bedoel ik, dat is altijd een probleem geweest. “Zo’n hanenpoten, gij moet dokter worden” zeiden leraren in een goede bui, of anders “Onleesbaar Goossens, begin maar opnieuw!” Toen ik een jaar of 10 was, vond m’n vader dat hij moest ingrijpen. Ik moest tijdens de grote vakantie dagelijks een tekst uit het jaarboek van de Getuigen van Jehovah overpennen op een A4’tje, het bijbelvers van de dag en behorende uitleg. Goed voor m’n geschrift en m’n geloof moet hij gedacht hebben, maar het heeft voor geen van de twee mogen baten. Rond m’n 16de verzaakten we aan De Waarheid en na m’n studietijd viel ik ook pen en papier langzaam maar zeker af, ten voordele van scherm en klavier waarmee ik toch zo hyper-efficiënt gedachten kan invoeren, bewaren en delen. Papier en vooral pennen, da’s m’n vader zijn hobby (hij verzamelt, repareert en ontwerpt zelf), dat heb ik allemaal toch niet meer nodig?
Tot ik, na vele jaren van bijna geheel-onthouding van pen en papier, enkele dagen geleden een vakantiekaartje naar m’n ouders schreef en daarbij de finesse en het geduld ontbeerde om ook maar iets leesbaar te schrijven.
Sorry Mama, sorry Papa. Als jullie het niet ontcijferd krijgen, dit staat er dus;

Veel te goed weer, veel te lekker eten, veel te snel terug naar huis. Perfect dus, niet?

En daaronder dan onze namen, natuurlijk. Elise, bijna 4, had haar naam zelf geschreven en die was beter leesbaar dan wat haar papa had gekrabbeld.

Over hoe ik aan den lijve ondervond dat ge altijd een fietshelm moet dragen

Op de fiets door Brussel, is dat niet gevaarlijk?” vroeg men mij soms. “Nee” zei ik dan altijd een beetje stoer, “goed afgestelde remmen, een beetje geconcentreerd rijden en dan valt dat goed mee”.
Tot gisterenavond een voetganger met typisch Brusselse doodsverachting de straat zonder boe of ba overstak, een auto de remmen voor haar moest dichtgooien en ik hetzelfde deed om niet achterop die monovolume te knallen. Remmen dicht, de lucht in, door de achterruit van die vervloekte Opel het Schaarbeekse ziekenhuis binnengevlogen.
Op de spoed moesten ze 3 sneeën op m’n linkerarm dichtnaaien en hebben ze paar mooie zwart/wit foto’s genomen om daar -na lang wachten- op te zien dat er niets gebroken of gebarsten was in pols of nek, waarop ik goed bevonden werd om me terug in het verkeer te begeven, voorlopig wel zonder vouwfiets.
“Het valt mee, het had veel erger kunnen zijn” en “Ge hebt geluk gehad dat ge een helm ophad Mijnheer” zeiden Mario en Pieter (de vriendelijke ambulanciers), verpleegsters en dokters heel de avond lang. Absoluut! Ik en mijn Giro Flak fietshelm, wij zijn vanaf nu helemaal onafscheidelijk. Hopen dat Veerle dat geen belemmering vindt, zo in bed …

Van 1 mei tot 13 juni: wat zijn die Sossen eigenlijk van plan?

En daarmee is het weeral 1 mei, dag waarop Kameraad Caroline naar jaarlijkse gewoonte hoog van de rode toren moet blazen. Met 125 jaar socialisme in België en met de verkiezingen in juni in het vooruitzicht, mag ze er ongetwijfeld nog een schepje bovenop doen!
Maar gaat dat wel goed komen voor de SP.A, met die verkiezingen en zo? Ik vrees er toch een beetje voor. Dit is, samengevat in 4 headlines, het parcours van de partij in de kwestie die politiek en journalistiek België de afgelopen maand bezig hield;

Niet mee willen onderhandelen, niet willen depanneren en de gewonde Leterme dan nog eens een stevige linkse verkopen? Pas op, dat zijn allemaal standpunten waar misschien wel één en ander voor te zeggen valt en met Yves moeten we niet te veel medelijden hebben, maar …  Hoe kan de SP.A, die -zoals de afgelopen maand weer eens bleek- zich als het over communautaire kwesties gaat liefst op de vlakte houdt, een rol van betekenis spelen in een verkiezingscampagne die opnieuw gedomineerd zal worden door BHV, overhevelen van bevoegdheden en faciliteiten?
Nee, ik vrees dat de heropstanding van de SP.A niet voor juni is. En zelfs Caroline weet eigenlijk al in welke hoek de winnaars zullen zitten:

Bij nieuwe verkiezingen voorspel ik wel grote chaos en dat stemt me bijzonder droevig omdat het in de kaart speelt van extreme partijen […] (bron: deredactie.be)

En dat in het 125ste jaar van de Socialistische Partij … Spijtig!