Surfen en duiken met vader Piccard

Surfen is al muisklikkend leren. Gisterenavond bijvoorbeeld, las ik op deredactie.be over de onderwaterrobot Nereus die in de 11km diepe Mariana-kloof dook en dat de bemande Trieste daar in 1960 al tot diezelfde diepte afdaalde. Leergierig gooide ik “Trieste” in de Wikipedia search en las  daar dat die Italiaanse bathyscaaf begin jaren ’50 werd ontworpen door de Zwitser Auguste Piccard (die van 1922 tot 1954 Professor Fysica aan de ULB was). Nadat de Amerikaanse marine in 1958 eigenaar van de diepzee-duikboot was geworden, daalde zoon Jacques Piccard in 1960 inderdaad mee af in die Mariana-kloof. En terwijl ik de pagina verder scan (lezen is zo passé), zie ik deze tekening:
de trieste op wikipedia, klik door voor de svg-versie

Die ken ik ergens van! Suske en Wiske! Ik Google nog een beetje en inderdaad, in “De IJzeren Schelvis” stond een dwarsdoorsnede van de gelijknamige bathyscaaf van Professor Barabas;

de ijzeren schelvis

Nog wat rond klikken op Wikipedia en zoeken in het fantastische Time-archief en het wordt duidelijk waar Willy Vandersteen z’n inspiratie voor de duik-wedstrijd tussen “De IJzeren Schelvis” en de “Barracuda” vandaan haalde. In 1954, het jaar van publicatie van “De IJzeren Schelvis” in De Standaard, waren de Franse marine en het Italiaanse Trieste-team rond vader en zoon Piccard verwikkeld in een wedloop  om het diepzee-duikrecord op te eisen. De Franse bathyscaaf was overigens een gewijzigde versie van de eveneens door Piccard ontworpen Belgische FNRS II (FNRS was de naam van geldschieter “Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek” dat ook Piccards’ stratosfeer-ballon financierde).
Professor Barabas’ Schelvis was, getuige de tekening hierboven, een geduchte concurrent voor de FRNS III en de Trieste; 4000 meter was maar een fractie minder dan de recorddiepte die de Franse bathyscaaf in maart 1954 bereikte. Maar in tegenstelling tot Auguste en Jacques Piccard, zijn Suske en Wiske en Professor Barabas de daaropvolgende jaren niet meer teruggegaan. Maar eenmaal je de parels van het geluk in Alanta hebt gevonden, is er niet veel reden om nog terug te gaan, toch?