Gisteren vierden we dat ons dochterken geen onbeholpen kleuter, maar een zelfstandig denkend kind is geworden.
Dat zelfstandig denken, we gaan dat ongetwijfeld nog vervloeken, maar het is een lief, slim en grappig prachtkind, ons Elise. Ze mag nu stoppen met groot worden, het is goed zo!
Het is al weer een tijdje geleden dat ik hier nog eens stoefte met het schoonste, liefste en slimste dochterken ooit, maar dat is bij deze dan ook weer rechtgezet: En ja, het is toch al wreed schoon weer voor den tijd van het jaar geweest eh Meneer?
Ge ziet hier niet veel foto’s meer van het schoonste, liefste en slimste dochterken ooit, maar dat is allemaal de schuld van Facebook. (meer foto’s op Picasa). Gelukkig Twitter ik niet, anders zoudt ge hier -zoals op veel blogs- nog minder te lezen hebben 😉
Mijn dochterken kan goed verjaren en de 3 staat haar beeldig, toch? En mijn vrouwken kan als geen ander een verjaardagsfeestje in elkaar steken en dat ik trots ben vandaag 7 jaar met haar getrouwd te zijn! Ik zie mijn vrouwkes zo graag … En nog even over Elises magische 3; De La Soul haalde de mosterd blijkbaar bij een soort Schooltelevisie-project.
Maarten van ChâteauBrys is een verfijnd mens; de man blogt in een online kasteel, kan een goed glas wijn appreciëren en hij loopt blijkbaar ook niet zomaar ergens tegen aan te zeiken. Over dat wildplassen deelde hij ons onlangs, naar aanleiding van een incident op een parking langs de autosnelweg, immers het volgende mee;
Zeker vijf mannen stopten aan het eind van de parking, gingen een paar meter het grasplein op, om er hun ding te doen. Ik dacht dat hondepoep een probleem was. Even snel je gevoeg doen, met je schoenen in een andermans gezeik. Fijn. Is 30 cent dan teveel om naar het toilet te gaan en je voeten proper te houden?
Nu plas ik toevallig ook graag in openlucht en geloof me, dat heeft echt niets met die 30 cent te maken. Ik geniet er gewoon van om mijn patatten rustig tegen een boom of in het struikgewas af te gieten. Misschien heeft dat met oerinstincten te maken, met het ritueel afbakenen van tuin en territorium. Of met een dégout van urinoirs en hun onfrisse geurtjes en geluiden, met hun kille, onpersoonlijke en toch te intieme atmosfeer? Zo’n urinoir mag op het eerste zicht misschien beschaafder lijken, maar wat is dat eigenlijk meer dan een flauw excuus om tegen een muur te mogen pissen? Dan kun je toch beter op een gewone WC gaan? En als we daar dan toch zijn, waarom zouden we ons dan zelfs niet direct rustig op het porselein installeren? Dan kunnen we die “Heren doe de bril omhoog, de dames zitten ook graag droog”-bordjes volledig naar museum of rommelmarkt verwijzen. Want rustig op de WC zitten, dat is voor ons mannen toch een aangename bezigheid? Mijn sinds kort zindelijk Liezeken krijgt het zelfs al in haar kakapipi-boekje ingelepeld; “bij mama gaat het snel, ze kan heel hard plassen” en bij papa daarentegen “duurt het vaak een hele poos, hij leest altijd op de wc en zegt alleen maar ‘hmmm’ als je hem roept”. Zelfs broer “neemt af en toe een boekje mee”! Nee, voor mij is het tegen op een boom of op de pot dus, alles ertussen is gezeik. Dat wildplassen is zo vreemd nog niet. Ge komt er nog eens mee buiten en ge voelt op dat moment niet alleen de urine maar ook de stress uit uw lichaam wegvloeien. En laat mij U geruststellen Maarten; natte voeten heb ik er nog maar zelden aan over gehouden.
Ik kom in navolging van Koen ook uit de kinderkast; ik speel graag met Lego. Op de kleuterschool al wilde ik alleen maar van die kleurige blokjes weten, voor het “prikken” ontbrak het me -toen al- aan geduld en oog voor detail. Of mijn dochterken ook een hekel zal hebben aan domweg met een naald gaatjes in een tekening te maken, weet ik nog niet, maar met Duplo spelen doet Elise alleszins even graag als haar papa. En als ze mij komt halen om mee te bouwen, dan hoor je me niet klagen;
Ons klein blinkend appelken heeft al 2 dagen wreed last van haar tandjes. Overdag trekt ze het nog redelijk, dan is er genoeg afleiding van de pijn, maar ‘s nachts wordt ze met een luide schreeuw wakker en dan huilt ze zich precies de longen uit het kleine lijfje. Ons ouderhart krimpt dan in elkaar, “laat ons nog even wachten, misschien valt ze terug in slaap” probeer ik nog en Veerle knikt ongelukkig-beteuterd van “ja”. Maar de tandjesduivels laten niet los en Elise haalt nog luider uit. “Ik zal maar gaan eh”, zeg ik recht springend en Veerle lijkt al een beetje opgelucht. “Papa komt ze Liezeken” roep ik terwijl ik de trap in zeven haasten opren. “Papa komt je helpen eh lief dochterken” zeg ik terwijl ik de pijnstiller uit de badkamerkast gris en de kleine schat valt al een beetje stil, want ze hoort haar papa. Op haar kamertje gekomen pak ik haar vast en knuffel ik mijn nog nasniffend liefste dochterken en ze klemt zich stevig aan me vast. Ik praat zachtjes tegen haar, droog de traantjes, geef een pijnstiller, zing haar zachtjes wiegend rustig en leg haar wat later terug in haar bedje. Ze ziet er alleszins weer een beetje ontspannen uit en glimlacht vaagjes wanneer ik fluister dat ze maar moet roepen als ze terug pijn heeft en dat ik er dan direct terug zal staan. Ik sluip terug naar beneden en stilletjes, een beetje pervers, hoop ik dat ze ons straks, in de veel te vroege ochtend, toch terug huilend bij zich roept. Want je de pijn wegnemen bij je hulpeloos dochterken en haar zachtjes kunnen troosten, dat is papa zijn, intens.