Die mannen van de JEP hebben zich op vraag van de advocaten van Beiersdorf opnieuw over de zaak “Stress op de trein” gebogen. De Jury in eerste aanleg veroordeelde de advertentie voor Nivea Stress Protect nog in strenge bewoordingen:
De Jury is van mening […] dat het onvoldoende duidelijk is dat het in werkelijkheid gaat om een bericht dat deel uitmaakt van een reclame.[en dat] de reclame in kwestie niet getuigt van een behoorlijk maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef en meer bepaald ten onrechte inspeelt op angstgevoelens
Maar de JEP-jury in hoger beroep bleek het daar dan toch niet mee eens (zie ook samenvatting van de klacht en de uitspraken op de site JEP);
De Jury in hoger beroep is derhalve van oordeel dat de reclame in kwestie voldoende identificeerbaar is als reclame voor de gemiddelde consument [en] dat uit deze context en uit de totaalindruk die de reclame biedt, voldoende duidelijk het humoristische gebruik van overdrijving naar voren komt. Gelet op het voorgaande, is de Jury in hoger beroep derhalve tevens van oordeel dat de reclame in kwestie niet van een gebrek aan behoorlijk maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef in hoofde van de adverteerder getuigt.
Terug naar af, of toch niet helemaal? Goh, ik mag hopen dat ze bij Metro, Beiersdorf en het reclamebureau in het vervolg toch net iets verder van de grenzen van het toelaatbare blijven? Want al de commotie (de veroordeling door JEP in eerste aanleg, de verontschuldiging van Metro, de publicatie van de rechtzetting van Infrabel en de veroordeling van Metro door de Rechtbank van Koophandel van Brussel), daar moet toch wat stress-zweet aan te pas gekomen zijn, niet?