Ik ben nooit een bolleboos geweest. Niet van de domsten, maar dus zeker ook niet van de slimsten. Ik ben dan ook enorm bescheiden, een mens moet zich niet beter voordoen dan hij echt is.
Maar als het goed is, moogt ge het ook zeggen natuurlijk; ik ben slimmer dan (toekomstige) leerkrachten. Pas op, dat zeg ik niet, dat zegt Knack. Ik had immers 91 van de 92 meerkeuzevragen over aardrijkskunde, geschiedenis, politiek en economie in deze test juist beantwoord, wat in leraren-taal toch een dikke 9/10 is. Flink afgerond, want in het onderwijs houden ze het, blijkens de studie waarover Knack bericht, toch liever simpel.
Geen 10 op 10 dus; op een blinde kaart de Schengen-zone van de Eurozone onderscheiden was niet makkelijk en die eerste kruistocht juist plaatsen was -ik geef toe- toch een klein beetje een gok. Maar bij vraag 75 zag ik mijn perfecte score dan toch definitief verdwijnen toen ik de Slag bij Hastings een paar honderd jaar te laat op de tijdsas zette. Bummer.
Maar even serieus; nu Elise in de lagere school zit, heb ik terug meer voeling met ons onderwijs en ik heb niks dan bewondering voor de mannen en vrouwen die ons kleinmannen dag in dag uit met alle enthousiasme nieuwe dingen leren. Ik sta versteld van de vergevorderde differentiatie voor verschillende leesniveaus in het eerste leerjaar en van de pedagogische vaardigheden van de juffen en meesters. Maar als ik het artikel in Knack lees, kan ik niet anders dan een zagende oude vent zijn, die vindt dat het vroeger beter was. Vroeger, toen Mijnheer de Onderwijzer het wel allemaal wist. Of haalde die z’n kennis ook maar uit de 26-delige papieren voorloper van Wikipedia?