Oh kijk, zo lief, een egeltje! Zie dat lebberen aan dat bordje melk, zo schoon! En kijk hoe angstig het zich oprolt als ge te dichtbij komt! Nuttig is het ook, het vreet insecten opdat wij geen onkruidverdelger moeten spuiten. Toch erg dat zo veel van die schone, lieve en nuttige prikke-bollekes omkomen onder de banden van die vorte auto’s!
Well screw you you hedgehog-loving hippie! Die beesten zijn niet lief, dat zijn bollen gestekelde horror op te kleine pootjes die mijn kiekens lastigvallen! Wat zeg ik, lastig vallen? Aanvallen, dat doen ze, aanvallen om te moorden!
Dinsdagnacht, het was kwart voor 3, werd ik wakker van het geschreeuw van m’n kippen. Nee, U leest het goed, geen gekakel maar echt angstig geschreeuw. Ik staarde nog even door het open raam en zag de oude blinde witte kip panisch rondrennen. Ik liep met de zaklamp naar buiten en zag dat een grijzig monstertje nu de zwarte kip langs achter aanviel. Het was geen vos, het was geen wezel of fret, maar een bloeddorstige egel die ondanks m’n aanwezigheid bleef proberen om in een kippenpootje te bijten . Ik had genoeg gezien, ik moest ingrijpen. In het tuinhuis pakte ik vastberaden de riek en stapte de ren terug in om de horror-egel in een hoekje te drummen, op te scheppen en buiten de kippenren te bonjouren. “Ga elders dood en verderf zaaien speldenkussen!” riep ik het ongedierte na, terwijl de rust in het kiekenskot terugkeerde.
Dus nee, egels zijn niet lief, ze rollen zich niet altijd schoon angstig-onderdanig op een bolleke als ze een mens zien en ze lusten niet enkel insecten, dat kunnen niet alleen mijn kiekens getuigen. Maar blijf ze vooral melk geven, veel melk, daar krijgen die naald-ratten lekker diarree van!