Ik zit godganse dagen op het internet en als er tussen computer en smartphone dan toch nog wat tijd voor media overblijft, pikken we selectief wat televisie-in-uitgesteld-relais mee. Dat was vroeger wel anders; ik verslond boeken, tijdschriften en kranten, kocht veel CD’s, ging regelmatig naar de cinema, schuimde festivals af … Maar daar blijft weinig van over en ik mis dat allemaal wel, maar prioriteiten zijn prioriteiten en het is wat het is nietwaar?
Eén liefde is echter gebleven; radio! Ik en mijn radio, we go a long way back; als kind luisterden we met m’n ouders naar “Die tijd van toen” of “Te bed of niet te bed”. Toen ik 11 was, hoorde ik met een transistor-radiootje (dat ooit van mijn moeder was) Lutgart Simoens van onder m’n hoofdkussen. Als 14-jarige speurde ik in spanning de FM-band af tussen 100 en 104 Mhz, op zoek naar illegale vrije radio’s. Toen ik 17 was hoopte ik zelf plaatjes te kunnen draaien bij een héél lokale radio, maar dat is er nooit van gekomen. En later, als twintiger, kocht ik een wereldontvanger om naar Spaanse of Marokkaanse staatsradio te kunnen luisteren, of naar een verdwaalde Amerikaanse conservatieve talk-radio en als dertiger schuimde ik het internet af op zoek naar online radio, kicken op dat middengolf-gevoel van 16kbit/s streaming in Realplayer.
Nu, als veertiger, download ik podcasts, luister ik in uitgesteld relais naar Gilles Petersons WorldWide op StuBru, stem ik in WinAmp af op KCRW music, ga -afhankelijk van m’n stemming- slapen met “Jazz” op Klara of “Select” op StuBru. En soms, als ik ‘s nachts niet kan slapen, dan gaat de lamp van de nachtradio nog eens branden en dan val ik in slaap met muziek van Neil Young, Tom Robinson (“Listen to the radio” vanzelfsprekend) of onlangs nog met deze vergeten parel van 10000 Maniacs;
Nee, hand-gekozen kwaliteitsmuziek van samenstellers en presentatoren met een passie voor de plaatjes die ze draaien, daar kunnen last.fm, Pandora of Spotify wat mij betreft echt niet mee concurreren. Ik ben immers een Radiohoofd.