Ik heb al 30 jaar een zwak voor Formule 1. Dat lijkt misschien vreemd voor iemand met groene sympathieën, maar wie zichzelf niet tegenspreekt, censureert z’n onvolmaaktheid. Soit, schijn-wijsheden daar gelaten, ik was 13 en geabonneerd op het weekblad Kuifje, dat naar aanleiding van de Grote Prijs van België een special over Formule 1 had gemaakt. In het midden een poster van die prachtige bloedrode Ferrari 126 C2. Ferrari was na pionier Renault de 2de constructeur met een turbo-motor en maakte dat jaar met de virtuoze Gilles Villeneuve en de consistent snelle Didier Pironi serieus kans om de wereldkampioen te leveren. Ik was onmiddellijk fan.
Maar tijdens die GP van België liep het anders. Toen ik op zaterdag 8 mei 1982 terugkwam van een wandeling met m’n ouders en vrienden van de familie, hoorde ik op de radio dat Gilles Villeneuve zwaar gecrasht was tijdens de oefenritten. Een dom ongeluk, gevolg van een misverstand tussen 2 ervaren piloten. Het voorwiel van Villeneuve’s Ferrari raakte bij een inhaalmanoeuvre het achterwiel van Jochen Mass’s March, de Ferrari vloog daardoor de lucht in (het “ground effect” werd verbroken) en werd 100m ver gekatapulteerd, landde hard met de neus in de grond, maakte verschillende buitelingen waarbij Villeneuve z’n helm verloor en de wagen verder desintegreerde. De Canadees eindigde uiteindelijk met wat restte van de cockpit, zonder helm, in een vanghek en werd enkele uren later officieel dood verklaard.
Een held minder op de startgrid, maar teamgenoot Pironi leek enkele races later wel goed op weg om wereldkampioen te worden. Tot de GP van Duitsland, waar ook hij zwaar crashte. De Fransman overleefde de klap, maar zou nooit meer racen.
Gisteren reed zoon (en wereldkampioen F1 1997) Jacques Villeneuve met de Ferrari T4 waarmee z’n vader in 1979 schitterde. Maar als het voor U hetzelfde is, kijk ik liever nog eens naar dit heroïsch duel dat Gilles in 1979 met René Arnoux uitvocht:
Salut Gilles!