Dood en verderf in de kippenren

Oh kijk, zo lief, een egeltje! Zie dat lebberen aan dat bordje melk, zo schoon! En kijk hoe angstig het zich oprolt als ge te dichtbij komt! Nuttig is het ook, het vreet insecten opdat wij geen onkruidverdelger moeten spuiten. Toch erg dat zo veel van die schone, lieve en nuttige prikke-bollekes omkomen onder de banden van die vorte auto’s!
Well screw you you hedgehog-loving hippie! Die beesten zijn niet lief, dat zijn bollen gestekelde horror op te kleine pootjes die mijn kiekens lastigvallen! Wat zeg ik, lastig vallen? Aanvallen, dat doen ze, aanvallen om te moorden!

Dinsdagnacht, het was kwart voor 3, werd ik wakker van het geschreeuw van m’n kippen. Nee, U leest het goed, geen gekakel maar echt angstig geschreeuw. Ik staarde nog even door het open raam en zag de oude blinde witte kip panisch rondrennen. Ik liep met de zaklamp naar buiten en zag dat een grijzig monstertje nu de zwarte kip langs achter aanviel. Het was geen vos, het was geen wezel of fret, maar  een bloeddorstige egel die ondanks m’n aanwezigheid bleef proberen om in een kippenpootje te bijten . Ik had genoeg gezien, ik moest ingrijpen. In het tuinhuis pakte ik vastberaden de riek en stapte de ren terug in om de horror-egel in een hoekje te drummen, op te scheppen en buiten de kippenren te bonjouren. “Ga elders dood en verderf zaaien speldenkussen!” riep ik het ongedierte na, terwijl de rust in het kiekenskot terugkeerde.

Dus nee, egels zijn niet lief, ze rollen zich niet altijd schoon angstig-onderdanig op een bolleke als ze een mens zien en ze lusten niet enkel insecten, dat kunnen niet alleen mijn kiekens getuigen. Maar blijf ze vooral melk geven, veel melk, daar krijgen die naald-ratten lekker diarree van!

Ge zult maar politieker zijn …

Ge zult maar … Alexander De Croo heten en bij een tot dan toe gezellig spelletje Hints het spreekwoord “hoogmoed komt voor de val” moeten uitbeelden.
Of Bart De Wever en het concept verstrikking moeten tekenen bij Pictionary.
Of Marianne Thyssen en tijdens een familie-karaoke “Don’t Give Up” van Peter Gabriël en Kate Bush te moeten zingen. Of Leterme op datzelfde zangfeest  met iets quasi-willekeurigs van Leonard Cohen?


Politieker, ‘t is voorwaar een vreemde stiel!

Het schrijven verleerd

Ik heb nooit goed kunnen schrijven. Enigszins leesbaar schrijven met pen en papier bedoel ik, dat is altijd een probleem geweest. “Zo’n hanenpoten, gij moet dokter worden” zeiden leraren in een goede bui, of anders “Onleesbaar Goossens, begin maar opnieuw!” Toen ik een jaar of 10 was, vond m’n vader dat hij moest ingrijpen. Ik moest tijdens de grote vakantie dagelijks een tekst uit het jaarboek van de Getuigen van Jehovah overpennen op een A4’tje, het bijbelvers van de dag en behorende uitleg. Goed voor m’n geschrift en m’n geloof moet hij gedacht hebben, maar het heeft voor geen van de twee mogen baten. Rond m’n 16de verzaakten we aan De Waarheid en na m’n studietijd viel ik ook pen en papier langzaam maar zeker af, ten voordele van scherm en klavier waarmee ik toch zo hyper-efficiënt gedachten kan invoeren, bewaren en delen. Papier en vooral pennen, da’s m’n vader zijn hobby (hij verzamelt, repareert en ontwerpt zelf), dat heb ik allemaal toch niet meer nodig?
Tot ik, na vele jaren van bijna geheel-onthouding van pen en papier, enkele dagen geleden een vakantiekaartje naar m’n ouders schreef en daarbij de finesse en het geduld ontbeerde om ook maar iets leesbaar te schrijven.
Sorry Mama, sorry Papa. Als jullie het niet ontcijferd krijgen, dit staat er dus;

Veel te goed weer, veel te lekker eten, veel te snel terug naar huis. Perfect dus, niet?

En daaronder dan onze namen, natuurlijk. Elise, bijna 4, had haar naam zelf geschreven en die was beter leesbaar dan wat haar papa had gekrabbeld.

Over hoe ik aan den lijve ondervond dat ge altijd een fietshelm moet dragen

Op de fiets door Brussel, is dat niet gevaarlijk?” vroeg men mij soms. “Nee” zei ik dan altijd een beetje stoer, “goed afgestelde remmen, een beetje geconcentreerd rijden en dan valt dat goed mee”.
Tot gisterenavond een voetganger met typisch Brusselse doodsverachting de straat zonder boe of ba overstak, een auto de remmen voor haar moest dichtgooien en ik hetzelfde deed om niet achterop die monovolume te knallen. Remmen dicht, de lucht in, door de achterruit van die vervloekte Opel het Schaarbeekse ziekenhuis binnengevlogen.
Op de spoed moesten ze 3 sneeën op m’n linkerarm dichtnaaien en hebben ze paar mooie zwart/wit foto’s genomen om daar -na lang wachten- op te zien dat er niets gebroken of gebarsten was in pols of nek, waarop ik goed bevonden werd om me terug in het verkeer te begeven, voorlopig wel zonder vouwfiets.
“Het valt mee, het had veel erger kunnen zijn” en “Ge hebt geluk gehad dat ge een helm ophad Mijnheer” zeiden Mario en Pieter (de vriendelijke ambulanciers), verpleegsters en dokters heel de avond lang. Absoluut! Ik en mijn Giro Flak fietshelm, wij zijn vanaf nu helemaal onafscheidelijk. Hopen dat Veerle dat geen belemmering vindt, zo in bed …

Van 1 mei tot 13 juni: wat zijn die Sossen eigenlijk van plan?

En daarmee is het weeral 1 mei, dag waarop Kameraad Caroline naar jaarlijkse gewoonte hoog van de rode toren moet blazen. Met 125 jaar socialisme in België en met de verkiezingen in juni in het vooruitzicht, mag ze er ongetwijfeld nog een schepje bovenop doen!
Maar gaat dat wel goed komen voor de SP.A, met die verkiezingen en zo? Ik vrees er toch een beetje voor. Dit is, samengevat in 4 headlines, het parcours van de partij in de kwestie die politiek en journalistiek België de afgelopen maand bezig hield;

Niet mee willen onderhandelen, niet willen depanneren en de gewonde Leterme dan nog eens een stevige linkse verkopen? Pas op, dat zijn allemaal standpunten waar misschien wel één en ander voor te zeggen valt en met Yves moeten we niet te veel medelijden hebben, maar …  Hoe kan de SP.A, die -zoals de afgelopen maand weer eens bleek- zich als het over communautaire kwesties gaat liefst op de vlakte houdt, een rol van betekenis spelen in een verkiezingscampagne die opnieuw gedomineerd zal worden door BHV, overhevelen van bevoegdheden en faciliteiten?
Nee, ik vrees dat de heropstanding van de SP.A niet voor juni is. En zelfs Caroline weet eigenlijk al in welke hoek de winnaars zullen zitten:

Bij nieuwe verkiezingen voorspel ik wel grote chaos en dat stemt me bijzonder droevig omdat het in de kaart speelt van extreme partijen […] (bron: deredactie.be)

En dat in het 125ste jaar van de Socialistische Partij … Spijtig!

ORI vouwfiets geplooid en gewogen

ori MI8 (of is het M9?)Eergisteren plat gereden met m’n Vero in Brussel, de nochtans bijzonder stevige maar vooral nieuwe buitenband bleek grondig naar de knoppen. Ik heb m’n fietsje dus binnengebracht bij Mobibikes en daar kreeg ik als vriendelijke maar ongetwijfeld ook commercieel verantwoorde geste ter vervanging een Ori MI8 in de handen gestopt. Als Christophe hoopt op een vermelding op m’n blog, heeft hij geluk, want dit lijkt wel heel sterk op een blogpost over Ori vouwfietsen, niet?
De Ori (ook verkocht als Mezzo) is even Brits als oer-vouwer Brompton en werd ontworpen door ex-Benetton F1 ingenieur Jon Whyte (die eerder ook al “full rear suspension” MTB’s voor Marin tekende). De MI8 lijkt overigens op een modernere versie van z’n befaamde stalen landgenoot (kijk maar op deze foto), met een scharnierloos monocoque aluminium frame met zelfsluitende koppelingen aan  achter- en voorwiel, Shimano Nexus 8-speedpotversnellingen” en een heel strak design dat mooi assorteert met m’n zwarte fietsmuts.
Enkele korte ritjes maken geen uitgebreide test, maar ik kan wel zeggen dat de overstap van m’n Vero (Dahon) naar de Ori MI8 niet zonder slag of stoot ging. Ge had me moeten horen vloeken toen ik dat klereding op de trein niet proper opgeplooid kreeg. En de goeie raad van de conducteur, heel de weg tussen Lokeren en Dendermonde, hielp ook voor geen meter. Het kan nochtans best snel, kijk maar:

Folding an Ori foldingbike really fast

En inderdaad, ik ben over de middag nog even gaan oefenen en dat ging al heel wat vlotter. Voor de rest is de afstand tussen het zadel het stuur de stuurpen betrekkelijk klein, maar al bij al is de Ori MI8 een knappe, lichte en snelle vouwfiets. Een ideaal opstapje naar een Birdy, misschien?

electro-jazz-folk: Bibio hartje Pentangle

Ge zou het misschien niet geloven, maar ik luister niet alleen naar Gilles Peterson. Akkoord, de man draait mooie plaatjes en toen ik in de aflevering van afgelopen zondag Ali Farka Touré hoorde, was ik weer totaal overtuigd van het genie van Mr. Brownswood. Maar ik mag niet zo overdrijven, mensen hebben dat niet graag, zo van die blinde idolatrie.
Dus nee, deze blogpost gaat echt niet over Gilles Peterson. Als ik niet in een eindeloze loop naar GP’s Worldwide luister, stem ik dikwijls af op KCRW, een radiostation uit California, USA. En wat ik daar hoorde heeft me blij gemaakt;

Bibio - Ambivalence Avenue

Bovenstaand YouTubeken is “Ambivalence Avenue” van Bibio (zie ook z’n myspace pagina), artiestennaam van de Brit Stephen Wilkinson, die iets geloofwaardig met electro en folk doet. Ge moet maar eens rondsnuisteren op YouTube, hij heeft zo nog leuke melodietjes.
Het zal wel iets met het grondwater of met Stonehenge te maken hebben, maar Bibio’s vernieuwingsdrang is niet nieuw. Eind jaren ’60 begin jaren ’70 bijvoorbeeld, deden Terry Cox, Bert Jansch, Jacqui McShee, John Renbourn en Danny Thompson samen prachtige dingen met jazz, folk en blues. En nu ik zo geheel toevalligerwijze aan Pentangle (want zo heette hun groep) heb, ben ik ervan overtuigd; Bibio is ook een fan en onderstaande “Light Flight” heeft hem diep geraakt;
Pentangle - Light Flight

Hollandse trauma’s

Ik ben een Hollander. Daar, nu weet ge het allemaal; Getuige van Jehova, gewetensbezwaarde en nu ook nog Hollander! Het is allemaal de fout van de vrouwen in m’n stamboom. Zowel m’n moeder als grootmoeder langs vaders kant kwamen van over de grens, uit gehuchtjes in Zeeuws-Vlaanderen. Zeeuws-Vlaanderen, alsof dat iets zou goedmaken. Niet dus, zeker niet voor de klasgenootjes in de Gemeentelijke Lagere School Blaasveld (Willebroek). Want ook al was m’n vader Belg en hadden zowel m’n moeder als m’n grootmoeder de nationaliteit verworven door met zo’n domme Belg te trouwen, dan nog vonden die speelplaats-treiteraars dat ik een Hollander was. Ik had het vuile plaatselijke dialect immers niet onder de knie en sprak iets wat toen nog ABN heette en dat hen ongetwijfeld als “Algemeen Bekakt Nederlands” in de oren klonk. Dus ik was een vuile Hollander.
Dat alles om maar te zeggen dat ik recht van spreken heb, als het over Hollandse taalgevoeligheden gaat. Want ik heb me gisteren ongelofelijk zitten ergeren. M’n vrouw heeft me verplicht om “De eenzaamheid van de priemgetallen” van Paolo Giordano te lezen. Aangezien Paolo een Italiaan is, heeft hij die titel niet zelf in het het Nederlands gezet. Nee, Mieke Geuzebroek en Pietha De Voogd hebben dat voor hem vertaald, daarin aangemoedigd door het (Nederlands) Fonds voor de Letteren.  En Mieke en Pietha, dat zijn dus Hollandse meiden. Echte Nederlanders, geen drie-kwartjes zoals ik. Dat leid ik alleszins af uit hun bijwijlen tenenkrullende vertaling. Want Mieke en Pietha; als Alice “in haar broek poept” en een pagina later “de gore derrie naar beneden voelt lopen”, dan knapt er iets in mijn getraumatiseerd taalgevoel-orgaan. Poepen is lekker, derrie bestaat niet en Goor is een voetballer of wielrenner, ik wil ervan af zijn. En als Mattia naar een partijtje mag in hoofdstuk 2, gaat dat dan over D66 of de ChristenUnie?
Versta me niet verkeerd, het is een mooi boek -beetje dramatisch misschien- en de vertaling leest verder best wel vlot. Maar ik wou dat ik een Italiaan was, of tenminste voldoende Italiaans verstond om het origineel te lezen. Of dat ik dan toch een echte Hollander was, want dan zou ik ook niks gemerkt hebben?

Ik ben een Radiohoofd

Ik zit godganse dagen op het internet en als er tussen computer en smartphone dan toch nog wat tijd voor media overblijft, pikken we selectief wat televisie-in-uitgesteld-relais mee. Dat was vroeger wel anders; ik verslond boeken, tijdschriften en kranten, kocht veel CD’s, ging regelmatig naar de cinema, schuimde festivals af … Maar daar blijft weinig van over en ik mis dat allemaal wel, maar prioriteiten zijn prioriteiten en het is wat het is nietwaar?
Eén liefde is echter gebleven; radio! Ik en mijn radio, we go a long way back; als kind luisterden we met m’n ouders naar “Die tijd van toen” of “Te bed of niet te bed”. Toen ik 11 was, hoorde ik met een transistor-radiootje (dat ooit van mijn moeder was) Lutgart Simoens van onder m’n hoofdkussen. Als 14-jarige speurde ik in spanning de FM-band af tussen 100 en 104 Mhz, op zoek naar illegale vrije radio’s. Toen ik 17 was hoopte ik zelf plaatjes te kunnen draaien bij een héél lokale radio, maar dat is er nooit van gekomen. En later, als twintiger, kocht ik een wereldontvanger om naar Spaanse of Marokkaanse  staatsradio te kunnen luisteren, of naar een verdwaalde Amerikaanse conservatieve talk-radio en als dertiger schuimde ik het internet af op zoek naar online radio, kicken op dat middengolf-gevoel van 16kbit/s streaming in Realplayer.
Nu, als veertiger, download ik podcasts, luister ik in uitgesteld relais naar Gilles Petersons WorldWide op StuBru, stem ik in WinAmp af op KCRW music, ga -afhankelijk van m’n stemming- slapen met “Jazz” op Klara of  “Select” op StuBru. En soms, als ik ‘s nachts niet kan slapen, dan gaat de lamp van de nachtradio nog eens branden en dan val ik in slaap met muziek van Neil Young, Tom Robinson (“Listen to the radio” vanzelfsprekend) of onlangs nog met deze vergeten parel van 10000 Maniacs;

10000 Maniacs & Natalie Merchant - Trouble Me - Live

Nee, hand-gekozen kwaliteitsmuziek van samenstellers en presentatoren met een passie voor de plaatjes die ze draaien, daar kunnen last.fm, Pandora of Spotify wat mij betreft echt niet mee concurreren. Ik ben immers een Radiohoofd.

The devil in Ms. Sandoval & Massive Attack (NSFW)

Massive Attack heeft met “Paradise Circus” (uit het gisteren verschenen nieuwe album “Heligoland”) voor het eerst sinds te lang weer een monumentaal nummer uit. De intensiteit van percussie en bas, de warme stem van Hope Sandoval, de aanzwellende dramatiek van de violen, … Kiekenvlees!
Goeie muziek “favorite” ik steevast ook op YouTube (en die komt zo dan ook automatisch Facebook binnen), maar een echte clip van “Paradise Circus” kon ik daar vreemd genoeg niet vinden. Een Facebook-friend (bedankt Hilde) was gelukkig beter geïnformeerd:

de oorspronkelijke videoclip is ondertussen zwaar gecensureerd wegens teveel kiekevlees bij sommigen

En inderdaad, de videoclip is een nietsverhullende (vandaar: “not safe for work“, geloof me) mini-documentaire over de nu 73-jarige voormalige porno-actrice Georgina Spelvin (ze heeft een eigen site en een blog) en haar rol in de jaren zeventig porno-klassieker “The Devil in Ms. Jones“. In de docu-clip wisselen interview en pornografische fragmenten uit de film elkaar af met “Paradise Circus” op de achtergrond en (als ge verder kijkt dan uw dinksken lang is) het geheel is meer dan de som van der delen: